Vier stukken van vijf jonge choreografen.
Golden Elixir van Tina Valentan: een “gedanste” solo waarin een danseres allerlei vormen van dierlijk gedrag laat zien. Knoeien met eten, kruipen, grommen, enz. Maar gauw vergeten.
Panic Picnic van Sacha Steenks: prachtige beelden, bijzondere geluiden (water druppelt op metalen platen) heel interessante choreografie (de dansers kunnen niet van hun plek komen) maar het blijft nogal zielloos.
Beige van Giulia Mureddu: een verademing. In Beige “wordt de tijd vertraagd om zo het moment voor je het diepe inspringt onder een vergrootglas te leggen”. Drie dansers die voortdurend weifelen, twijfelen, proberen, toch maar weer niet, hoewel, als hij het durft waarom ik dan niet, elkaar uitdagen, aftroeven. De dansers zijn alledrie ook opvallende acteurs: regelmatig gaat er een lach door het publiek, geen vaak voorkomend fenomeen bij dans.
I Am van Alida Dors en Bryan Druiventak: een explosie van energie. De twee choreografen zijn thuis op een heel ander dansgebied: de hiphop. Dit gecombineerd met moderne dans zorgt voor een verrassend feestje. De dansers van De Châtel hebben hiphoplessen gevolgd en kennelijk met zoveel lol dat sommigen daar nog even mee doorgaan. Het dansplezier op stuwende muziek zorgt voor een spetterend besluit van dit vierluik.