Steeds meer vrouwen zijn werkzaam in de kunsten, maar hun verdiensten blijven achter bij die van hun mannelijke collega’s. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Kunst-werk (m/v)’ over loopbanen in de beeldende kunst, muziek en podiumkunsten. Het rapport van Merijn Rengers werd in opdracht van het Theater Instituut Nederland gemaakt. Het onderzoek is een vervolg op ‘Rollen en Rolpatronen’, een onderzoek naar de positie van vrouwen in de podiumkunsten van twee jaar geleden.
De verschillen in inkomen zijn bij de podiumkunsten het grootst. Vrouwen verdienen gemiddeld 30 procent minder dan mannen. In de beeldende kunst is dat 22 procent terwijl in de klassieke muziek vrouwen driekwart verdienen van wat mannen opstrijken. In de lichte muziek zijn de verschillen klein, aldus het rapport. Een deel van de inkomensverschillen wordt verklaard doordat mannen gemiddeld meer uren per week maken. Dit verschil is vooral in de podiumkunsten het grootst. Voor muziek en beeldende kunst gaat dit echter niet op, aldus het rapport. De onderzoeker zet overigens zelf vraagtekens bij de representativiteit van zijn werk. Van de ruim 50.000 potentiële deelnemers, deden er 480 mee. De onderzoeker wijt dit aan “een zekere enquêtemoeheid” onder kunstenaars. (ANP, 2/10/01)