Na een voorstelling hoort applaudisseren er gewoon bij. Ook als ik het niet zo goed vond, doe ik het. Dan maak ik bij het klappen natuurlijk wel wat minder geluid. Als ik het helemaal niks vond, maak ik zelfs helemaal geen geluid. En dan stop ik er heel snel mee. Maar over wat ik deze keer heb gezien, ben ik behoorlijk enthousiast. Een sterke toneeltekst, en door alle vier acteurs wordt heel goed geacteerd. Ook nu heb ik dus meteen na afloop mijn ellebogen al wat naar voren laten komen, en zijn mijn handen al op weg om naar elkaar toe te gaan. Totdat ik me, nog net op tijd, realiseer dat ik niet in een theater zit, maar in een bioscoop.
Carnage, de film van Roman Polanski, waarna ik bijna ging applaudisseren, is gebaseerd op het toneelstuk God of Carnage van Yasmina Reza. De enige locatie in de film is een huiskamer. In die huiskamer praten twee echtparen over een incident waarbij de elfjarige zoon van het ene echtpaar de even oude zoon van het andere heeft verwond. Er komt een scène in voor waarbij ik een glimlach niet kan onderdrukken. Als Nancy, gespeeld door Kate Winslet, over de salontafel van Michael en Penelope vomeert, roept Penelope (Jodie Foster) geschrokken uit: ‘Mijn Kokoschka!’ En inderdaad, in het volgende shot zien we een volledig ondergekotst exemplaar van een boek met afbeeldingen van schilderijen van Oscar Kokoschka.
Dat juist die scène me tot een glimlach verleidt is niet zozeer omdat die nou zo veel grappiger is dan andere scènes, maar omdat mijn gedachten ogenblikkelijk afdwalen naar Kokoschka Live! van De Warme Winkel. En vooral naar de recensie van Melpomene en die van Nike daarover. Zouden je mogelijkheden om als toeschouwer je waardering uit te spreken niet enorm worden vergroot als je na een voorstelling waaraan je je zoals Melpomene en Nike groen en geel hebt geërgerd, naar voren kon lopen om daar … ?
Ondertussen is Carnage wel een film waar ik als toneelliefhebber enorm van heb gesmuld.
Illustratie:
Scènefoto uit Kokoschka Live! van De Warme Winkel