Tijdens een discussiebijeenkomst op het Theater Instituut Nederland heeft Rick van der Ploeg voor het eerst concreet aangegeven wat zijn plannen zijn met de podiumkunsten in het nieuwe Kunstenplan 2001-2004. De belangrijkste punten zijn: meer nieuwe groepen in het Kunstenplan. Gearriveerde groepen worden streng beoordeeld voordat hun subsidie wordt verlengd. De rol van het publiek moet groter en zaalbezetting wordt zwaarder meegeteld bij subsidietoekenning. De gemiddelde zaalbezetting in de vlakke vloer theaters moet van 55 naar 70 procent. Grotere gezelschappen moeten meer publiek trekken in de grote zaal, terwijl experimenteel, “onderzoekend en daardoor vaak kwetsbaar” theater een aparte status moet krijgen, met als voorwaarde dat de subsidie niet langer dan twee of vier jaar verkregen wordt. Van der Ploeg vindt dat er nu te veel wordt geproduceerd. Er moet beter worden gekeken naar wat het publiek wil en succesvolle produkties moeten langer kunnen doorspelen. Tenslotte wil de staatssecretaris een premie uitreiken aan toneelgroepen die erin slagen jongeren en minderheden te bereiken. Kortom: “De lat moet aanmerkelijk hoger.” (Volkskrant, 16/3/99)
zie ook: Rick van der Ploeg heeft met met de traditionele State of the Union het Theaterfestival geopend