Vijftien vertegenwoordigers van Amsterdamse culturele instellingen waren bij de openbare hoorzitting van de gemeentelijke Commissie voor Cultuur. Er werd gesproken over de nota ‘Allianties’, de uitgangspuntennotitie van het Amsterdamse Kunstenplan 2001-2004. Daarin worden kunstinstellingen opgeroepen meer te gaan samenwerken. De vertegenwoordigers van deze instellingen beaamden het nut van samenwerken, maar velen onderstreepten daarnaast het belang van kleinschaligheid, onafhankelijkheid en financiële ondersteuning. Andrée van Es, die sprak namens de Coalitie van Vlakke Vloertheaters, waarschuwde dat het moeilijk zal worden personeel vast te houden vanwege de relatief slechte arbeidsomstandigheden en lage salarissen: “Er dreigt daardoor een vlucht van talent uit de podiumkunsten.” De sprekers waren verdeeld over de positie van Marokkanen en Arabisch-sprekenden in het culturele leven van de stad. Hassan Bel Ghazi, van het Arabisch Cultureel Centrum, was somber: “De meesten van de 62.000 Marokkanen leven buiten de grachtengordel en zijn dus uitgesloten. Hier in de grachtengordel houden kleine, gefortuneerde groepen de podia bezet en sluiten ons daarmee buiten.” Gail Pilgrim van de Culture Foundation was optimistischer: “Telkens merken wij weer dat jonge allochtonen geen moeite hebben het centrum te bezoeken. In tegendeel: ze zijn er liever dan in hun eigen buurt.” (Parool, 20/1/00)