In New York is ‘A streetcar named desire’ in de regie van Ivo van Hove in première gegaan. Het is een getrouwe remake van de voorstelling die hij in 1995 bij Het Zuidelijk Toneel heeft gemaakt. Ook de badkuip, die in de Nederlandse voorstelling zo’n prominente rol speelde is weer van de partij. Dit bracht Ben Brantley, de gevreesde criticus van de New York Times, ertoe de voorstelling om te dopen tot ‘A bathtub named desire’. Hij vond het maar niks, “een rammelende deconstructie”, de productie “gaat alleen maar over uitkleden”. Jim Nicola, de artistiek leider van de New York Theatre Workshop is erg boos: “Mensen als Bradley verzieken het klimaat en blokkeren elke vernieuwing. Dit soort negatieve kritiek is de reden dat makers als Peter Sellars en Robert Wilson het land ontvluchten en liever in Europa werken.” Nicola mag zichzelf binnenkort ook in dit rijtje scharen. De New York Theatre Workshop gaat een co-produktie doen met Het Zuidelijk Toneel voor het Holland Festival 2000. (Volkskrant, 15/9/99)