theaterpraat

Grote inkomensverschillen acteurs/actrices

Op theaterscholen zijn er meer actrices dan acteurs, maar er zijn relatief weinig rollen voor vrouwen in toneelstukken en films. Daarnaast verdienen vrouwen in de podiumkunsten per jaar gemiddeld tienduizend gulden bruto minder dan hun mannelijke collega’s. Deze conclusies worden getrokken in het rapport ‘Rollen en Rolpatronen’ dat in opdracht van het Theater Instituut Nederland werd verricht door onderzoekers van de Universiteit Utrecht. Het is onderdeel van een Europees onderzoek naar de positie van mannen en vrouwen in kunst en media. De onderzochte groep verdiende, met inbegrip van uitkeringen, in 1999 bruto gemiddeld ruim 53.000 gulden. Meer dan veertig procent van de podiumkunstenaars ontving in 1999 een WW-uitkering. Van de Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars (WIK) wordt maar zelden gebruik gemaakt. Slechts vijf procent WIKt. Het bruto uurloon binnen de podiumkunsten schommelt rond de dertig gulden. Slechts zes procent van alle podiumkunstenaars werkt uitsluiten binnen het vak. De inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen komen vooral voort uit verschillen in het aantal gewerkte uren. Vrouwen hebben een gemiddelde werkweek van 15,8 uur en mannen werken ongeveer 21 uur per week. De onderzoekers hebben ook een oplossing om dit inkomensverschil op te heffen: choreografen, regisseurs en schrijvers zouden het aantal vrouwenrollen in hun stukken moeten uitbreiden. (Parool & VNG, 27/5/00)

zie ook: Kunstenaars maken minder gebruik van subsidies

Moose op 26/05/2000 - 23:00  
meer over het glazen plafond, Theater Instituut Nederland, WIK