Ger Thijs verbitterd? Welnee! Nou ja, een beetje misschien… “Natuurlijk ben ik kwaad. Ik ben gewipt. Ik had op een elegante manier afscheid willen nemen, maar dit is hysterisch, overtrokken en dom. Waarom moet er in de toneelwereld altijd zo’n koningsdrama van gemaakt worden?” Thijs beraadt zich over zijn positie bij Het Nationaal Toneel. Hij spreekt in de verleden tijd over de door hem op te zetten schrijversopleiding en ook blijven regisseren vindt hij niet vanzelfsprekend: “Je moet wel goede verhoudingen hebben om in te werken.”
Toch kan Thijs zijn positie wel relativeren en vergelijkt zich met Gerardjan Rijnders en Frans Strijards: “Mijn vertrek hoort bij het opschuiven van een generatie. Rot op met die baby-boomers, zoiets zit erachter. Misschien moeten we een gezelschap van Oude Mannen oprichten. Dat gaan we doen. Ik ga ze bellen. Daar krijgen we vast geld voor.”
“Ik ben zeven jaar geleden op dezelfde manier begonnen als Evert de Jager nu doet. Mijn voorganger Hans Croiset heeft ook een wenk met een voorhamer gehad. Nu ben ik verbijsterd, maar over een paar maanden ben ik waarschijnlijk een opgelucht man, en misschien wel een betere regisseur. (AD & NRC, 17/11/99)