Een leuk stuk, echter de slechte eerste helft verdient wel een blik gepelde tomaten. Alhoewel de tweede helft dit ruimschoots goedmaakte. Het leek hierdoor iets weg te hebben van een voetbal match. De trainer was niet tevreden over de eerste helft, dreigt de spelers te mishandelen en voila daar hebben we een revange in de tweede. Anders als het stuk van dood paard was de “power” in dit stuk hoog, snel en grap droog. Als je de tekst leest verwacht je niet dat het zo een cabaret over het leven kan worden, want dat is het. Alhoewel mensen daar bij Becket nog wel eens anders over denken.
Het idee om Viggo Waas en Peter Heerschop bij elkaar te zetten in een ander verband dan NUHR is opzich natuurlijk leuk. Wat dan jammer is is dat het stuk rust moet uitstralen. Wachten is meestal namelijk rustig. Viggo Waas en Peter Heerschop zijn juist erg energiek. Ook is niet duidelijk waar het nou eigenlijk echt om gaat. Als cabaret zou het niet geweldig zijn maar als toneel is het nu ook niet zo bijzonder.
Ik zat naast Hein Jansen van De Volkskrant. Hij heeft zitten lachen. Ik ook trouwens. Ik kwam er achter dat het een stuk is waar eigenlijk best veel humor in zit. Deze cabareteske uitvoering geeft het stuk vaart, maar het mist daardoor de rust die af en toe nodig is om de absurditeit van het stuk te laten bezinken.
Viggo Waas en Peter Heerschop zijn op elkaar ingespeeld wat je goed merkt en werken goed samen. De anderen zijn niet onaardig. Geweitje voor de acteur die Lucky speelt voor het uit zijn strot krijgen van die meer dan bizarre monoloog.
Het idee om Beckett door cabaretiers te laten spelen is op zich heel aardig, maar in deze voorstelling blijkt goed dat je dan wel de goede cabaretiers moet uitkiezen. Justus van Oel komt niet veel verder dan wat gekke bekken trekken en tekst spugen, Viggo Waas is niet veel beter. Alleen Peter Heerschop weet met zijn tragikomische/deadpan gezicht goed humor èn diepte te geven aan de tekst, en verdient een gewei.
Na de frisse ‘Dreigroschenoper’ met NUHR-cabaretiers vol goede moed naar ‘Wachten op Godot’. Het was saai, terwijl wachten ook zo leuk kan zijn. Zit er te weinig ruimte in het stuk om het echt leuk & fris te maken of was regisseur Koos Terpstra minder op dreef dan de regisseur van de ‘Dreigroschen’? de cabaretiers deden hun stinkende best, evenals het boodschappertje van Godot himself, maar het werd helaas een zware avond. Paard Lucky met zijn denk-monoloog was wel verfrissend.