Ik heb erg genoten van het virtuoze spel van de acteurs in Show. Ik moest lachen om het impliciete ironische commentaar op ‘associatief theater’ en de algehele tendens naar ‘echtheid’, als ook om de zelfspot van de schrijver. Ook heb ik me kostelijk vermaakt met de gekte van de plotopbouw, waarbij zelfs de schrijver die in het stuk als schrijver fungeert de controle over zijn personages verliest. Uiteindelijk ging het stuk voor mij over de maakbaarheid en de gemaaktheid van onze tegenwoordige identiteit. We kunnen alles en iedereen zijn en worden, behalve ons zelf. Jammer is dat het stuk vooral een afspiegeling is van de uiterlijke verschijnselen van deze thematiek, maar er niet diep op ingaat. Even paradoxaal is Jeroen van den Berg zijn avontuur met de traditionele theaterwetten: hij gaat ogenschijnlijk aan de haal met de klassieke opbouw van een plot, maar creëert uiteindelijk toch een drama met een in wezen klassieke (com)plot. Alsof hijzelf niet werkelijk kan loskomen van deze manier van dramatisch denken. Hoe licht hij ook lijkt, er kleeft ook een zekere cynische wrangheid aan deze komedie omdat ontsnappen aan ‘gemaaktheid’ onmogelijk lijkt te zijn voor Van den Berg, evenals ontsnappen aan de maffiose cultuurpolitiek. In ieder geval verdient Van den Berg zeker een plek in het Nederlandse theaterlandschap.
Show, een voorstelling met een bijzonder leuk en goed doordacht uitgangspunt. Daarvoor dan ook een verdiend gewei. Voor de rest van de voorstelling, spel, tekst(uitzondering: De monoloog van de schrijver, ook een gewei), decor, maar vooral Bill van Dijk en de inspecteur lekker ranzige tomaten. Viel dat even tegen. Oh ja: lachen bij deze komedie? Huilen met de pet op zullen ze bedoelen.
Okay Moosers, hier is nou eens zo’n voorstelling waarbij je van tevoren denkt “zal wel aardig zijn”, maar eruit komt met een buitengewoon grote glimlach om je lippen. Show is een fantastisch geschreven stuk en er wordt lekker vet en comedie achtig gespeeld. Buitengewoon scherp en met aanstekelijk plezier op de planken gebracht. Voor mij een ideale besteding van zo’n duffe zondagmiddag. En wat jammer dat ik hem niet eerder zag zodat ik jullie allemaal kon toeroepen dat je dit MOET GAAN ZIEN! Maar je hebt nog de kans tot aanstaande zondag. Trui mee, want het Werktheater is koud.
Een vreselijk knap geschreven, inventief en intelligent stuk van Jeroen van den Berg, deze Show. Opmerkelijk goed gespeeld met perfecte gecaste hoofdrollen voor een verrassende Bill van Dijk en Huib Rooijmans die een even briljante als hilarische museumdirecteur neerzet. Bij vlagen zelfs top-entertainment. Bovendien een lovenswaardig stukje cultureel ondernemerschap van een ongesubsidieerd theatermaker die geheel voor eigen risico een maand lang het Werktheater heeft afgehuurd. Als Joop van den Ende nog een goede daad wil verrichten; sluit zowel Bill van Dijk als Jeroen van den Berg in je armen, koop de ‘directie’ van het Werktheater uit en laat Show lekker nog een half jaartje doorspelen. Als je als Mooser Show nog niet gezien hebt; het speelt nog tot en met zondag! Zeker gaan!
Wanneer de regisseur vooraf zegt dat hij de dag daarvoor het tweede bedrijf heeft omgegooid en de spelers dus ws. met tekst in de hand spelen, ontstaat er iets raars bij ons: alles kan dus blijkbaar ter discussie worden gesteld. En het is een absolute broddellap, die tekst, het stuk. Maar wel een heel intelligente en speelse en (bij vlagen)grappige broddellap en verdomd gelaagd. Eerste gewei. (Hoewel er wel meer gekozen mag worden tussen naturel en vet komediespel. Het was nu nog een beetje van allebei niks)Gedeelte voor de pauze was lang (hele voorstelling lang, te lang? ja, zeker) maar wel degelijk intrigerend. Met name de lijn van de ‘schrijver’ is heel spannend en herkenbaar, en érg érg mooi gespeeld door Ad Knippels. Tweede gewei voor hem. De rest van de cast is ook aantrekkelijk, bij vlagen virtuoos, af en toe niet te snappen (ligt aan het stuk). Maar het blijft wel aardig goed ensemblespel. Derde gewei. Na de pauze ontspoort het geheel. Ik en mijn vriendin konden het niet meer volgen. Het lijkt er niet meer toe te doen wat volgorde is, welke realiteit er gehanteerd wordt en alle begrip (en interesse) verdwijnt bij ons. Eerste tomaat. Vooral het feit dat de schrijver gewoon niet meer meedoet (ja, inhoudelijk te verklaren, voor de voorstelling (voor mij) tamelijk dodelijk, er blijven ‘toneelwetten’ gelden, toch…?) vond ik jammer en zelfs storend. Er is namelijk geen andere identificatiepunt voorhanden. Prima, er mag best gespeeld worden met die verscheidenheid aan lagen en laat dat brein maar knisperen, maar hij was het meest interessante personage wat er rondliep. Dus voor het stranden van de inhoudelijkheid, en de overbodige lijn van de rechercheur de tweede tomaat. Ik ga zéker over een week of drie, vier nog een keer kijken, want het is een heel interessant gegeven en beter toneel dan ik doorsnee zie, maar ik ben benieuwd of de haken en ogen eruit gesneden (kunnen) worden. Ik hoop het! Beetje makkelijker maken mag hoor…!