Het is raar om deze voorstelling blikjes (au!) tomaten toe te werpen. Het is de meest geëngageerde radicale politieke voorstelling die ik in tijden heb gezien. De spelers van de Queeste verwoorden frustratie over het conflict tussen de Israëlies en de Palestijnen. Een frustratie die ik ook ken, daar moet ik iets mee.
De Queeste spreekt zich radicaal uit vóór de Palestijnen. Ze kiezen voor degenen met de oudste rechten, voor degenen met de minste wapens, voor degenen die de meeste doden te betreuren hebben. “In de zesdaagse oorlog vielen 25700 doden, 25000 palestijnen en 700 Israëlies.” Ik begrijp deze acteurs, hun idealisme, hun onmacht. Waarom vond ik deze voorstelling niet goed?
1. Een groot deel is een geschiedenisles.
2. De sterkste stukken van de van de voorstelling stonden op video, interviews en gruwelijke beelden uit journaaluitzendingen. > Als acteur kom je daar nooit overheen.
Beide elementen zijn op zich prima, maar maken geen theatervoorstelling.
3. Ik ben op geen enkele wijze geprikkeld om mijn mening te wijzigen of te nuanceren, vanaf het eerste woord was ik het met hen eens. > Ik ben niet hun ideale toeschouwer.
4. Verschillende keren werd het publiek gevraagd om “erover na te denken.” Maar gek genoeg gebeurde dit zonder de 4e wand écht te doorbreken. Ik werd niet persoonlijk aangesproken.
Ik vermoed dat deze groep een verandering in gang probeert te zetten. Ik zou ze willen aanraden met hun publiek in discussie te gaan voor, tijdens of na de voorstelling. Een goede docent checkt of zijn les aankomt bij zijn leerlingen. Het lauwe applaus kwam zeker niet doordat wij in ‘Shock’ waren.