Fijne confrontatie van speelstijlen. Geeft ook goed inzicht in een ander Amsterdams kunstenaarscollectief… Oh nee, geen collectief.
Na een lange periode aan Dood-Paard-haat geleden te hebben, ben ik duidelijk van positie veranderd. Een mooi sprookje van een groep vrienden die het maken. Een soort Dood Paard dus. Ik hoop dat het beter met ze afloopt dan met Rob en kornuiten want ik begin erg op ze gesteld te raken.
Dood Paard glijdt weer eens uit, over bier dit maal. Geweldige voorstelling: geweien voor de tekst (!), voor de muziek, voor het vindingrijke en creatieve gebruik van bier en voor alle acteurs bahalve Marien Jongewaard. Voor hem de tomaat omdat ie mij hoofdpijn heeft bezorgd met z’n irritante geschreeuw.
Een gewei voor de tekst, Oscar’s taal en Shakespeare’s verzen zijn een bijzonder prettige combinatie (‘kut, een paard, een paard’). Een gewei voor het spel dat lekker helder is en met een plezier gebracht wordt waar je je vingers bij aflikt. Ook een gewei voor de regie die kiest voor moraal en zonder omweg er een Brechtiaanse Shakespeare van maakt. Een tomaat omdat Shakespeare voor dit laatste eigenlijk in de weg staat. Doe de volgende keer gewoon je eigen Brecht!
Die Oscar van Woensel is toch wel ons eigen bescheiden Shakespiertje: hij schreef een mooie bewerking van Richard III en Daniëlle Wagenaar ensceneerde het met 5 prachtacteurs tot een prachtige voorstelling voor iedereen boven de 14!De macht van taal/manipulatie/charisma helder aan de kaak gesteld. Je hoort dat iemand slecht is, uit z’n nek lult en toch laat je hem begaan, terwijl je ook zou kunnen bedenken:’Hé, hallo, bekijk ‘t even, zoek ‘t zelf uit’ of ‘Kappen nu en opzouten!’. Afijn, heelijk zo’n verhaal met een moraal en dat bekende wiel weer eens op een mooie manier uitgevonden te zien worden door mensen 15 jaar jonger dan ik (slik).
Scherp en satirisch en goed gespeeld, maar het blijft een beetje bankzitten. Als je het stuk nou even een beetje inkort kan het een prima eerste bedrijf zijn van een Virginia Woolf-achtige tragedie. Aan het eind gaat dan een van die drie dood. Met dat grote mes, bijvoorbeeld.
Leven en lijden in een vinex-wijk. Er valt veel te lachen, waardoor het soms een beetje cabaret wordt. De dieptreurige borrelhapjes geven een lekker ritme aan de voorstelling. Als de ijskast leeg is, is de voorstelling ook afgelopen. Terwijl ik me toch aan het verheugen was op de oorlog tegen de Almere. Maar het schijnt een trilogie te zijn; wellicht is bij het volgende deel een grand-finale.
Dit is deel 2 van ‘Rhodos’, een trilogie en veel sterker dan deel 1 (‘Ben: Ik ben de economie’). Omdat de vrouwen rechtlijnig én kwetsbaar zijn. Omdat je ze meer ziet vechten tegen het grote ongeluk waarvan ze beweren dat het in hun leven niet bestaat. Monk is sterk in dit recht voor z’n rape confereance-theater. Soms neigt hun conferance echter teveel naar tonen, dan gebeurt er te weinig op het toneel. En duurt het te lang. Ik verheug me op deel drie.
‘Rhodos’ is een triologie over… ja wat eigenlijk? ik heb deel een gezien in Lantaren/Venster te R’dam. ‘Ben: Ik ben de economie’ heette dit als ik het wel heb. twee vrienden, een min of meer geslaagd figuur en een hangend en bierdrinkend trainingspak. deze twee hebben het over het heden, alle gadgets van deze tijd komen voorbij, zonder waar dan ook zeggingskracht te krijgen. De tijdgeest wordt een vlak en levenloos ding. Wat wilden ze überhaupt? een vriendschap heb ik ook niet mogen ervaren. En lachen heb ik in het geheel niet gedaan. Sterker ik moest mij inhouden niet het podium op te rennen en te eisen dat speler a reageert op datgene wat speler b tegen hem zegt. Fantasieloos gedoe. Ik ben in de eerste de beste pauze gevlucht.
Rauw, sprankelend, komisch, vertederend, schrijnend. Monk brengt eindelijk weer eens wat leven op de vlakke vloer. En hoe! Spitse dialogen, gedurfd spel en verfrissende observaties tussen het bier, de Ikeatafeltjes en het vinex-behang. Niet de zoveelste beleefde interpretatie van een begenadigd schrijver in een esthetisch verantwoord tweedehands decor. Maar de tragi-komische realiteit in een Ikea-interieur. Meegesleept en afgestoten. Verbaasd en geboeid. Verveelde me nog het meest in de pauze, collega tomaat!