Wanneer Bernhard na zijn dood in het voorportaal aankomt, blijken daar Juliana, Greet Hofmans en Beel op hem te wachten. Er moet nog veel puin worden geruimd, en pas als zij klaar zijn met hun leven kunnen zij door naar hun dood.
Op aandringen van Juliana leggen zij tegenover elkaar verantwoording af voor het spel dat zij tijdens hun leven hebben gespeeld door het na te spelen.
Het toneelstuk dat in het voorportaal wordt opgevoerd heeft het flauwe van een komedie die maar niet grappig wil zijn, het vlakke van een raamvertelling. Renée Soutendijk (Juliana) perst al haar talent eruit om er nog iets van te maken. Dat haar pogingen frustrerend en ijdel zijn, is te horen aan de verwrongen stem waar ze continu mee spreekt.
Juliana is een jammerlijke mislukking.