Veel verwachtte ik. Frans Strijards en Tsjechow, dat is een legendarische combinatie. Nou, dat viel tegen. Er zijn verzachtende omstandigheden. Een horde luidruchtige CKV-ers verstierde het eerste bedrijf (kan iemand die pubers aan de lijn houden?), maar zelfs dan. Ondanks de vele strak geregisseerde ingewikkelde groepsscènes, wordt het gezelschap nooit een geheel. Men speelt afspraken, de essentie van het stuk wordt op mijlen gemist.
Na ‘de Kersentuin’ en ‘Oom Wanja’ nu een ultieme Tjechov waarin Frans Strijards laat zien dat zijn meesterschap zich nog steeds in een razend tempo ontwikkelt. Geen lusteloze lamlendige personages, zoals een hardnekkig Nederlands misverstand lijkt voor te schrijven, maar mensen die strijdend naar de bliksem gaan. Strijards weet de zwarte smettenop de menselijke ziel op weergaloze wijze op te sporen en in een spannende theatrale mis-en-scène weer te geven. De vrouwen zijn krachtig en goedgebekt, de mannen stumperds die niets doen dan met clichés strooien. In het deel voor de pauze word je bestormd met informatie. Synchroniteit en polyfonie tijdens het hylarische verjaardagsfeestje van Sacha maken dat je geen moment kan verslappen. Na de pauze wordt je met een klap het drama ingedonderd. Het net wordt in rap tempo rond de personages aangesnoerd. Er is geen ontsnappen meer aan. En dan: onmogelijk om direct na de laatste fade-out te applaudiseren. Even bijkomen… en dan klappen, stampen, gillen en schreeuwen. En dan de volgende dag meteen reserveren voor nog een keer.