Na lange tijd eindelijk in Amsterdam geland. Theater op rare uren, dat is altijd prettig. Het publiek verbroederd en is extra lief voor elkaar. Zoals altijd bij Van den Berg is de ontvangst en verzorging tot in de puntjes geregeld. De hele voorstelling lijkt tot op de seconde getimed, maar bij nader inzien is het leven (als je er gewoon voor gaat zitten met een kopje thee) van zelf al perfect gecomponeerd. Zoals altijd maakt het niet geregiseerde waanzinnig veel indruk; een woest dramatisch kat Baby en een theatrale postbezorger. Voorstelling is een hart onder de riem.
De voorstelling begint om 6 uur ‘s morgens. Dat is erg vroeg. Maar ook mooi, want de stad is stil en de buitenwijk waar het publiek uiteindelijk z’n krukjes mag neerzetten slaapt. Op de straat banen de personages, geregisseerd (de mini-fanfare, de schoonmakers) of onwillig (de geschrokken poezemoeder, de krantenbezorgers), zich een weg door de randen van de nacht. Eigenlijk, bedenk ik nu, is de voorstelling een naïeve versie van het naargeestige ‘Braakland’. Mmm, interessant.