Een groot toneelfeest, deze dubbelcomedy. Twee hilarische stukken door elkaar heen gevlochten, tot een heerlijke chaotische en toch totaal begrijpelijke toneelavond. Waar die twee stukken over gaan doet er eigenlijk niet meer toe, persoonsverwisseling, afpersing, schandaal en heel veel verliefdheden, ‘t Barre Land gooit alles in de blender en serveert een zeer smakelijke cocktail. Kris van Trier en Vincent van den Berg zijn onnavolgbaar. Jacob Derwig, Martijn Nieuwerf en Ingejan Lichthart Schenk hebben de perfecte timing. Eigenlijk bijna iedereen heel goed, maar nog niet helemaal (1 tomaat).
heerlijke klucht! als het theater van de lach nog bestaat kan het de tent wel sluiten. heerlijk ook om mee te maken dat het publiek gewoon gul lachte en klapte, alleen de niet te stoppen hinniklach ontbrak, waarvoor excuses.
slim, deze vorm, van tony eijck afgekeken natuurlijk die dat vroeger bij klassewerk ook zo deed, maar op deze manier valt het op het eind aan elkaar knopen van de losse eindjes goed te hebben.
speciale vermelding dit keer voor kris van trier.
en met dat openingstafereeltje was niks mis toch?
Men neme twee verhalen, speelt deze door elkaar heen en laat het aan het einde samenkomen in een grote chaos. Het werkt wonderwel. Het is een bijzonder leuke voorstelling, een meer dan terechte herneming. Goed, het verhaal heeft weinig om het lijf, de inhoud die het wellicht ooit gehad heeft is naar mijn idee niet echt (meer) aanwezig. Maar dat geeft niet, een avond gewoon een leuke, goed geacteerde, prima doordachte voorstelling zien is toch ook heel veel waard?
Eerste voorstelling van de reprise was in de grote bak in Rotterdam. Dat was even schrikken, zowel voor de acteurs als voor de toeschouwers; problemen met verstaanbaarheid en timing; zoals altijd bij ‘t Barre Land moet het toch weer op de vloer helemaal uitgezocht worden. Maar na een tijdje zie je ze in hun ritme komen en blijkt dat deze voorstelling nog steeds ongelooflijk scherp en geraffineerd is. En als Peter Kolpa dan ook nog muffins naar het eerste balkon gaat gooien is de zaal ook om.
Ze worden niet veel meer gespeeld, de stukken van Oscar Wilde. Ze zijn dan ook nogal gedateerd. Maar als ‘t Barre Land, samen met Waas Gramser en Kris Van Trier van de Onderneming, er eens hun goesting mee doen is Oscar Wilde terug die spitante dollefratsenverkoper. De twee meest bekende stukken worden hier dooreengeweven zodat er nog meer verwarring ontstaat. Naar het einde toe wordt het helemaal te dol. De aankleding is eigentijds en dient toch de tekst.
‘t Barre Land vormt een hecht, op elkaar ingespeeld, blok. De beide leden van De Onderneming passen zich wonderwel in de speelstijl.Theater moet ook onspanning zijn en dat wordt hier op een enorm hoog niveau geboden.
Het zit knap in elkaar, maar ook wel een beetje gekunsteld. (de Hamle’t was wat dat betreft een beter geslaagd experiment) Derwig is meesterlijk, vdBerg voor zijn doen prettig direct, Kolpa weer te slapstick, Bosch goed maar iets te weinig variatie, Nieuwerf als altijd heerlijk warrig. Vooral tweede helft loopt lekker, voor de pauze is het wat langzamig. Wel errug goede one-liners overigens, die Wilde, jammer dat ik die niet goed genoeg kan onthouden om ze soepeltjes in een conversatie toe te passen.
De 4-sterren keuken van ‘t Barre Land c.a. heeft ‘t ‘m weer gelapt. De klootloze, eeuwoude, spot en belegen geestigheden van twee verstrooiingsstukken van Wilde zijn veranderd in een pure feestdis van drieenhalf uur. Oscar Wildes speelsheid van 1895 zit nu bijvoorbeeld in het ingenieuze spel van de twee verweven stukken. En zijn oubolligheden komen geheel en al opgefrist en up tempo, totaal eigentijds klinkend, ad rem en spits de zaal in. ‘t Barre Land is blijkbaar gezegend met originele bedenkers die opnieuw bewijzen ook perfecte uitvoerders te zijn. (Maar wat hadden die billen van Bianca er nou mee te maken?)