Zijn al die recensies voor deze voorstelling door de spelertjes en hun familie zelf geschreven?
Een wat late reactie, maar wegens drukte kom ik nu pas toe aan mijn reactie op de meeuw van de paardenkathedraal en Utrechts talenten de ponies.
Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik vond het een steengoeie voorstelling. Een levendige, slim geregisseerde voorstelling die de Ponies de ruimte gaf om de tekst af te tasten in woord en gebaar. Als ik met 1 woord moet beschrijven wat ik heb gezien is het vrijheid. De vrijheid om de thematiek onderuit te halen en weer te omarmen, de vrijheid om te schmieren en dan weer in te houden, al naar gelang waar het moment om vraagt. En dan wil het wel eens gebeuren dat de plank wordt misgeslagen, wat ik niet heb gezien overigens, maar veel andere criticasters wel.
De meeuw via de inhoud een ode aan de vorm, via de vorm een ode aan de inhoud. Eindelijk een voorstelling die zichzelf en het zeikerige uitgebluste theaterlandschapje Nederland oversteigt, en met klote en verve iets neerzet om nog lang over na te praten en te denken (hence deze late reactie).
Het theater moet leven, en dat doet de Meeuw, hulde daarvoor!
Ik houd 1 gewei achter, en ik weet eerlijk gezegd niet waarom, wellicht omdat ik benieuwd ben naar meer: MEER!
Voor mij de lelijkste Tjechov die ik ooit zag. Lelijk omdat Dirk Tanghe karikaturen maakt van de personages. Ze zijn lelijk, doen lelijk en onecht, luisteren niet naar elkaar, grijnzen voortdurend gemeen. Alleen Kostja is goed. Heel goed. Hij moet de hele voorstelling dan ook met de tranen in zijn ogen spelen. En op het laatst blijkt ook Nina een beetje goed. De rest is slecht en moet dood. Wat voor theoretische verhaaltjes je er ook op loslaat, deze regie vermoordt vooral het stuk. De spelers verdienen het enige gewei, omdat ze doen wat ze moeten doen van Dirk Tanghe, de een wat beter dan de ander.
een zeer verrassende Meeuw die alle karakters in hun zielige groteskheid neerzet. De mens die totaal mislukt in zijn eigen wereldje leeft zonder oog te hebben voor de noden van de ander. Een Meeuw die durft de karakters als karikaturen van zichzelf neer te zetten in een zeer boeiende zetting. Het spelen voor opendoek, de scene overgangen. Alles begon met een zeer pakkende opening, het laten zien van alle karakters en eindigde in een zeer verrassende neergezette eindscene. Een voorstelling die je meerdere keren wilt zien, omdat er scenes in scenes worden gespeeld. Ieder karakter wil je apart kunnen volgen, wil je nader kunnen aanschouwen. Een zeer boeiende voorstelling die naar bleek bij de nabespreking niet bij iedereen in de smaak viel, maar die mijn inziens door iedere theaterliefhebber aanschouwt zou dienen te worden.
Eindelijk een Meeuw die toont dat de theatermaker en zijn publiek in Tsjechows tijd met dezelfde vraagstukken werden geconfronteerd als nu, eindelijk geen Meeuw die alleen over het (mislukte)leven van (goed gespeelde) personages handelt. In deze versie hoor je de stem van Tsjechow luid en duidelijk, de schrijver die schrijft dat hij schrijft en waarom hij schrijft (die zijn karakters het plot zelfs laat uitspreken voor het zich voltrekt) en die elke gelegenheid aangrijpt om het publiek te tonen dat hij niet weet hoe hij de relatieve werkelijkheid van het theater moet doorbreken. Als zijn werk te abstract wordt wil (of kan) niemand het begrijpen, als té relatief wordt ziet iedereen een illusie. Het ware leven is zo anders, het is ook érgens anders, niet hier op de vloer.
De ponies spelen geen psychologisch uitgewerkte rollen, ze performen teksten met hun jonge hart en ziel, precies zoals het dit stuk past. Ze tonen de functie van hun rol in een stuk over de toneelschrijver en zijn toneelstuk. De combinatie met de uiterst theatrale Dirk Tanghe, het gearriveerde paradepaard dat de jonge ponies regisseert, raakt meteen al de kern. De jonge ponies spelen én zijn de rol die zij spelen in het theatercircus. Een bijzondere gebeurtenis, deze Meeuw. Gedenkwaardig.
Tsjechov zag de wereld als een plek van verlangen en onvermogen, waarin de mensen niet in staat zijn om hun verlangens vorm te geven. Omdat het hen domweg ontbreekt aan moed en daadkracht. De mens is laf.
Theatermakerscollectief Ponies treedt met De Meeuw in de voetsporen van dit wereldbeeld van Tsjechov. Of ze het kunnen, weten ze niet. Maar in tegenstelling tot hen die ‘dan maar kiezen om een onvervuld, gefrustreerd leven tegemoet te gaan in leugens en zelfbedrog’, durft Ponies in het openbaar verliefd te worden op wellicht het verkeerde stuk. Of zoals de kranten schreven: het goede stuk met verkeerde paarden op stal.
Van dit laatste is niets minder waar. Want in een stuk waaruit wederom blijkt dat in het spel der liefde enkel verliezers zijn, is er zeker een winnaar.
Ponies speelt onder leiding van Dirk Tanghe ‘De Meeuw’ in de Paardenkathedraal. En in plaats van laf te zijn, zitten ze op de troon. Door met moed, overgave en kwaliteit verlangen en de overwinning van ‘het fatale onvermogen tot handelen’ te tonen. Gaat dat zien. (riekster.nl)
Je kunt zien dat het spelen van een groot genre stuk voor deze jonge acteurs een nieuw idioom is. Voor de een lijkt deze voorstelling op het lijf geschreven en voor de ander (nog) niet. Desalniettemin weten ze zeker te boeien.
In de eindscene kwam iets waarvan meer mocht zijn. Namelijk: een overweldigende verrassing. Het gevoel overweldigd te worden is wat ik eerder wel heb gemist. Het blijft soms wat veilig en terughoudend.
En ja het decor is heel mooi en de muziek prachtig.