Maxirecensie 'Midzomernachtssyndroom'
Tijdens de Regiedagen zal een team van drie theaterwetenschapstudenten zich voor Moose wijden aan recensies van de afstudeervoorstellingen. Ditmaal: Lex van der Linden over Corrina Oomens 'Midzomernachtsyndroom' (gezien: 14/6/02).
Woef woef!
Leuk, een stuk waarin een groepje jongeren en een koningin elkaar achterna rennen, omdat ze zo geil zijn. Ik heb het dan natuurlijk over Shakespeare's 'A Midsummer Night's Dream'. De bewerking die vierdejaars regiestudent Corrina Oomen van deze tekst op de planken brengt, 'Midzomernachtsyndroom', líjkt in ieder geval deze gedachte met mij te delen. Hoewel Shakespeare's tekst zich uitstekend leent voor een dubbelzinnige verhandeling over de vermeende voorwaarde van ware liefde (seks) en de hysterische neigingen -die zelfs tot suïcidale neigingen kunnen leiden- ten gevolge van onbeantwoorde liefde (geen seks), geeft Oomens regie blijk van een eenduidiger visie.
In 'A Midsummer Night's Dream' staat het natuurlijke van het bos symbool voor zowel het dierlijke als het bovennatuurlijke, een plaats waar al dan niet onbewuste verlangens worden gearticuleerd. Het is een sprookjesbos waarin Oberon en Titania koning en koningin zijn en eerstgenoemde Titania verliefd laat worden op een ezel, en van vier jongelingen twee verliefde paartjes poogt te maken. Het eerste lukt (hilariteit alom), het tweede mislukt herhaaldelijk (hilariteit alom). Uiteindelijk komt alles wel goed hoor, iedereen is weer bij zinnen en alle liefde is beantwoorde liefde geworden. Dat willen we in het alledaagse leven ook wel natuurlijk.
Voor "een verkenning tussen droom en werkelijkheid", zoals Oomen haar stuk zelf in een interview typeerde, is 'Midzomernachtsyndroom' ook opvallend alledaags. Juist door de uitvergroting van bepaalde herkenbare emoties en situaties. De personages worden consequent ééndimensionaal neergezet: ze zijn hun verlangen. Dit komt niet alleen in hun fysieke presentatie naar voren (er wordt wat achter geliefden aan gerend), maar ook op het niveau van de tekst. "Ik wil jouw hond zijn, voor altijd jouw hond zijn", roept Helena in pseudo-kostschoolmeisjesuniform tot Demetrius, terwijl zij hem herhaaldelijk in de armen springt. Over de articulatie van onbewuste verlangens gesproken. Ik kreeg er de neiging van, anticiperend op Demetrius' verliefdheid op Helena, mijzelf dan maar voor Helena's voeten te werpen met de woorden: "Oh, hij is U niet waardig, schoonste godin der godinnen! Laat mij toch Uw hondje zijn, dat lijkt mij zo gezellig. Woef woef!" Barbara Feldbrugge zet dan ook een Helena neer die hemel en hupserigheid in zich verenigt. Het is typerend voor de up-tempo dierlijke lichtzinnigheid die wordt vereenzelvigt met het "midzomernachtsyndroom.", dat zoiets als mateloos eenzijdig verlangen moet behelzen.
Er zijn momenten dat die alledaagsheid zich wreekt. Soms lijken de spelers beperkt te zijn in hun spelen, omdat ze meer willen zeggen dan ze doen. Een tekst van Shakespeare als een vlot, aards stuk presenteren, gaat ook niet zomaar. Het is eerder regel dan uitzondering, dat een voorstelling "naar Shakespeare", vooral erg naar is en heel weinig Shakespeare. 'Midzomernachtsyndroom' is echter, al zappend door de hoogtepunten van de oorspronkelijke tekst, vooral een 'best of'. Althans, wanneer je de komische effecten van de cumulatieve vergissingen en het onbeantwoorde smachten in 'A Midsummer Night's Dream' als het hoogtepunt ervan ziet en niet de vele vormen van seksueel innuendo of de maatschappelijke verhoudingen die zich in de oorspronkelijke tekst aftekenen, om maar wat te noemen.
Een stuk dat de grens tussen waan en werkelijkheid verbeeldt is 'Midzomernachtsyndroom' niet, vind ik. Daarvoor ligt de nadruk teveel op de uitbeelding van verlangen. Ernstiger vind ik dat van de eigenlijke drijfveren van alle gekte op de speelvloer, jaloezie en geilheid, niet heel veel terug te vinden is in deze productie. Wel is het directe gevolg ervan, een mateloos verlangen naar deze of gene, sterk naar voren gekomen. Het is een transparante versie waarin bij de presentatie van dit alles ondubbelzinnig is gekozen voor het komische aspect van een Shakespeare-komedie. Ik kan mij herinneren dat iemand ooit een versie van 'Titus Andronicus' omdoopte tot Titus Geen Fuck Aan. Deze Shakespeare was het volmaakte tegendeel, namelijk een avond lang fun, geboren uit verlangen. Verlangen naar seks. Daar zijn wel eens minder gelukkige dingen uit voortgekomen.
Lex van der Linden
zie ook: 'Midzomernachtssyndroom'
en ook: Maxirecensie: 'Midzomernachtsyndroom' door Willem de Vlam