Nu we het onder de Corridor allemaal zo'n beetje op orde hebben, kunnen we eens op stap gaan in Den Bosch zelf. Zo'n beetje alle culturele instellingen in de stad nemen deel aan Boulevard en laten veel van hun produkties op het festival in première gaan. Bij Artemis, in Theater Bis en op gevonden locaties zoals de Orangerie is de sfeer volkomen anders dan op het plein. Moet je je op de Parade een weg banen door terrasstoelen en ijscokarretjes, bij Produktiehuis Brabant of de Bank van Lening staan de bezoekers tot aanvang voor een dichte deur op de stoep zonder koffie.
Tijdens de voorstelling 'Sicilian Sisters', raken we aan de praat met
onze disgenoten. "Zo helemaal uit Amsterdam voor het verslaan van het
festival? Verderop aan de tafel zit ook al iemand uit Utrecht die
speciaal voor de voorstelling is gekomen!". We vertellen dat we toch
al jaren uit Amsterdam komen om een dagje Boulevard te doen. We
kunnen ons gezelschap verzekeren dat Boulevard zich gerust het tweede
festival van Nederland mag noemen na nummer één Oerol, ook al zo ver buiten de Randstad...
We openen nog een fles wijn en leren onze buurman beter kennen. Deze
tien dagen probeert hij zoveel mogelijk te zien, maar voorstellingen
op de Parade laat hij liever liggen. Groot, lawaaierig, niet intiem.
Hij snapt het wel, hij zit ook in de handel, maar het zou toch fijn
zijn als er minder sponsors nodig waren. De gemeente Den Bosch moest
maar wat meer investeren in het festival en in cultuur in het
algemeen. Nu bruist Den Bosch wel, maar de rest van het seizoen is
hier lang niet zo veel te doen als in de Randstad. Maar ja, hij is
een Bosschenaar in hart en nieren en kan niet onder de Sint Jan
vandaan. Dat je dan minder theater in je woonomgeving hebt is voor hem "typisch een geval van jammer".