Eens in de zoveel tijd zie je iets dat echt goed is. Dat zo overduidelijk boven alles wat je het afgelopen seizoen hebt gezien, uitstijgt. Voor mij was dat deze voorstelling. ‘Klep’ was goed, maar hier ben ik echt stuk van.
Jezus Christus! Nog nooit iets in het ITs gezien, ook nog nooit een mime-voorstelling gezien, en nu vrees ik dat ik voorgoed verwend ben en al het andere in dit genre zal tegenvallen.
Boukje Schweigmann (goede naam voor een mimester, maar daar zal iedereen wel over woordspelen) maakt een voorstelling die compleet abstract is (ging het over evolutie?). Laat ik het zo zeggen: als Jiskefet het na zou doen, zou het hilarisch zijn, en zou je denken: “Van onze belastingcenten? moet dit kunst heten? Dit doet mijn neefje van vier ook!” etc. Maar bij Schweigmann is het gewoon helemaal prachtig. Ik betrapte mezelf op tranen, en ook op gevoelens in de trant van: “JAAAA, HIER gaat het LEVEN over!” Thuisgekomen meteen in mijn dagboek gaan schrijven over grootse plannen. Dat noem ik nog eens inspirerend. Ik denk dat ik voortaan naar al haar voorstellingen ga.
‘Ga lekker dicht op elkaar zitten’ werd er tegen het publiek gezegd. De voorstelling was uitverkocht en de ruimte in het lokaal van de Theaterschool beperkt.
Het was voor mij de eerste keer dat ik een uitverkochte ITs voorstelling bezocht. Komt dit omdat Boukje Schweigman wordt gezien als de hedendaagse muze van de mime, en de daarbij behorende aandacht van de pers, of is het ook gewoon goed wat ze doet? Ik meen beide.
De voorstelling was knap gemaakt en gaandeweg haar uitvoering heeft ze mij er van kunnen overtuigen dat mime meer is dan een kunstvorm die het vage midden houdt tussen toneel en dans. Als ze aan het einde van de voorstelling op haar benen staat en begint te rennen zou je voor heel even willen dat ze naar jou toe komt rennen. Op het moment dat dit lijkt te gebeuren dooft het licht.
Complimenten ook voor de lichtontwerper Theun Mosk. Hij voegt met zijn vele imitaties van het noorderlicht absoluut iets toe aan de voorstelling.