Vijf vrouwen verbeelden een brede varieteit aan onderlinge relaties in een choreografie die -behalve het eerste, trage en wat saaie deel - bol staat van een tomeloze energie. Omarsdóttir heeft zich onder meer laten inspireren door heavy-metal-muziek (headbangen vindt ze een van de fijnste bewegingen) en horrorfilms. De nu en dan zeer heftige en soms oorverdovende scènes worden afgewisseld met mooie, intime momenten, bijvoorbeeld waar de vrouwen elkaars haar borstelen en invlechten. De bijna onuitputtelijke energie van de zwangere Omarsdóttir is nog eens goed te zien en te horen als zij, bijna op ‘t eind, een lied schreeuwt dat meerdere toeschouwers enigszins dizzy achterlaat. Of zou dat toch van die toneelrook komen die anderhalf uur lang de vloer wordt opgeblazen?