Twee keer Taxi Taxi op drie weken tijd lijkt misschien wat te veel van het goede, maar als het goed gedaan is, dan valt dat wel mee. En tot twee keer toe zagen wij een goeie interpretatie van deze klassieker onder de billenkletsers, zoals dat heet. Bij het binnenkomen in de primitieve zaal in Hulste worden de verwachtingen, als die er al waren, in eerste instantie naar beneden gehaald. De sponsors worden op een scherm vooraan geprojecteerd en vlak voor het begin van het stuk beklimt iemand het podium om met een afstandsbediening de projector uit te zetten en het projectiescherm naar boven te doen. Dan weerklinkt een griezelige stem uit de luidsprekers die ons aanmaant om onze GSM uit te schakelen en te genieten van de voorstelling. Even overweeg je om de zaal alsnog te verlaten, maar dan gaat het gordijn open en ben je toch wel even van je melk en zit je aangenaam verrast te kijken naar een heel mooi decor met rode en witte accenten. Alweer zien we één huiskamer, links rood en rechts wit, die er in feite twee zijn. Het verschil zien we aan de kleuren. Marleen (Ingrid Deconinck) en Vera (Tine Maes) betreden het podium, even later gevolgd door inspecteur Decnodder (Francky Braekeveld) en John Dezwart (Gundy Rigolle). En dan blijkt dat ook de acteerprestaties goed zijn. Het tempo zit strak en het speelvlak wordt goed benut door de acteurs. Mede door het feit dat de deuren van de respectievelijke woonkamers telkens aan de andere kant van de scène zitten. Dit zorgt voor heel wat dynamiek tijdens de voorstelling. Iets wat dit stuk toch vraagt. Alleen de belichting laat serieus wat te wensen over. We krijgen een zuivere verlichting van de scène met tal van harde schaduwen op de achterwand.
Het verhaal zal ondertussen wel genoegzaam bekend zijn. John Dezwart is taxichauffeur en is twee keer getrouwd. Hij heeft bijgevolg een bijzonder strikte agenda waar hij onmogelijk kan van afwijken. Op een dag krijgt hij een ongelukje en zijn agenda geraakt serieus in de war. Gelukkig springt Marleens bovenbuur Stan Van Geyt (Lorenz Janssens) bij, maar algauw raken beiden verstrikt in hun eigen web van leugens. Neem daarbij nog twee argwanende politie-inspecteurs, Decnodder en Magermans (Rudy Dermaux), een overijverige bovenbuur van Vera (Maarten Vansteenkiste) en je krijgt een deurenkomedie pur sang.
Waar deel één nog goed zat en er vooral goed geacteerd werd (op een paar dipjes in het tempo na), worden we in deel twee jammer genoeg geconfronteerd met de negatieve punten van dit stuk, vooral ook omdat er niets in geschrapt werd. Ik heb de indruk dat veel komedieschrijvers beginnen aan een stuk met een goed idee, maar zichzelf nadien zodanig in nesten werken dat er geen mooie oplossing bestaat. Hierdoor wordt de chaos op het einde compleet en lijkt iedereen zowat de pedalen te verliezen. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat ook de acteurs de pedalen verliezen naarmate deel twee vordert. We krijgen nog wel wat leuke vondsten, zoals het over en weer geloop van cour naar jardin, maar daar blijft het bij. Gelukkig dat er sterk geacteerd wordt door een aantal acteurs, waardoor de zaak genietbaar blijft tot op het eind.