minirecensies

geweigeweigeweigewei

Gesäubert/Gier/4.48 Psychosis
Münchner Kammerspiele

Het hoofd is ziek, het vlees is van het hart gescheurd

Als ik erachter kom dat Johan Simons met zijn Münchner Kammerspiele binnen het festival Brandhaarden een drie-in-één voorstelling zal presenteren van de drie laatste teksten van de door suicide te vroeg gestorven Britse theaterauteur Sarah Kane (Gesäubert [Cleansed], Gier [Crave] en 4.48 Psychosis), beginnen mijn verwachtingen in hoog tempo te stijgen. Al jaren is deze theaterauteur per uitstek het voorbeeld en waarschijnlijk het begin van mijn liefde voor een theater dat in het teken staat van het onderbuik-gevoel in plaats van de alledaags dominante ratio. Het is volgens Simons te makkelijk om het sombere werk van Kane af te doen als symptomen van een psychose en daar ben ik het helemaal mee eens. Hij is ervan overtuigd dat haar teksten het diepe oergevoel van de mens blootleggen, in dezelfde dimensie als de klassieke tragedies: onontkoombaar en vervullend. Vanuit deze overtuiging vatte Simons het idee op om drie van haar werken in één voorstelling te presenteren. Hoewel zowel de tragedie als het werk van Kane inderdaad onontkoombaar en vervullend zijn, doet de tragedie dit op een rationale, bewustmakende manier terwijl het bijzondere van Kane juist is dat ze met haar teksten in eerste instantie voorbij gaat aan de ratio en doordringt in de organen van haar publiek. Pas later kunnen toeschouwers vaak de emotionele steen uit hun maag halen om de theaterervaring rationeel te bevatten.

Simons zet de drie stukken in een prachtig, kaalgeslagen ruimte waarbij de grote witte lampion-achtige lampen, die zowel in de publieksruimte als op het podium hangen, een opvallende component zijn. Ook de vloer die het beeld van de acteurs weerkaatst is interessant doordat het een extra perspectief creëert.

Gesäubert [Cleansed] is het derde stuk van Kane en in deze voorstelling het begin. De setting van dit stuk beschrijft Kane als een soort Universiteitsomgeving die overeenkomsten heeft met een concentratiekamp. In deze martelruimte heerst de sadistische Tinker, in deze voorstelling een pestkoppige dame die er alle lol in heeft om het leven van mensen moeilijk te maken. Verder toont het twee verhalen: dat van een jonge vrouw, Grace, die haar liefde voor haar broer, Graham, wil tonen door zichzelf na zijn dood door middel van een geslachtsverandering om te vormen tot haar broer. Het tweede verhaal draait rond een homostel, Rod en Carl, dat de liefde uiteindelijk getest ziet worden wanneer Tinker gedurende de voorstelling Carl van zijn ledematen ontdoet. Het stuk wordt gezien als de meest moeilijk op het podium te representeren tekst en Simons doet dit door de gruwelijke handelingen te tonen door pantomime. Het eerste deel is flitsend snel en behoorlijk op de lach gespeeld en hierdoor is het begin voor mij te plat. Hoewel ik begrijp dat drie zware stukken funest zullen zijn voor nog een beetje een positieve avond, doet deze interpretatie voor mij niet genoeg waarde aan de tekst omdat het te gemakkelijk en snel over de intense gebeurtenissen heen stapt.

Het tweede deel is Gier [Crave], dit vierde stuk van Kane wordt vaak gezien als een soort partituur voor vier stemmen. In Crave is geen sprake van een helder narratief en de personages worden enkel aangeduid met de letters A, B, C en M. In deze tekst draait het om ritme en melodie. Het is niet het belangrijkste om allen zinnen te begrijpen, die overigens bijna allemaal prachtige taalkundige juweeltjes zijn, maar om hetgeen de woorden en hun ritme met je doen. Simons heeft dit deel vliegensvlug geregisseerd, zoals het zou moeten in mijn opvatting. De acteurs snijden hun woorden als sabels door de lucht waarbij ze hun medespelers ongedeerd laten, maar langs het bewustzijn van de toeschouwers schampen. Hoewel ik de tekst ken zorgt mijn gebrekkige begrip van de Duitse taal in deze scherpe versie er echter voor dat wel heel weinig tekst me in mijn buik stompt. Voor een Nederlands publiek had ik wanneer deze Duitse taal als voertaal genomen wordt, iets meer stiltes (zoals Kane ze ook beschrijft) willen voelen zodat af en toe een zin snoeihard aan kan komen. Er zijn zeker momenten die me overvallen en mijn ogen laten branden, maar niet zoveel als in het laatste deel. Het derde en laatste deel zal na de pauze Simons’ genadeslag blijken.

Na de pauze begint in een bewerkt decor, waarin de lampionnen op de grond liggen of slecht aan nog enkele draden aan het plafond hangen, het laatste en veel besproken stuk van Kane. Veel mensen dichten 4.48 Psychosis voornamelijk (en te gemakkelijk) autobiografische waarde toe omdat dit het laatste stuk is dat Kane schreef voor haar zelfmoord. Het stuk is echter veel meer dan dat. Net als bij Crave speelt Kane in 4.48 Psychosis met de vorm van tekst en welke rol deze vervult binnen het theater. In haar laatste tekst is geen sprake meer van door de auteur vastgestelde personages en het geheel lijkt, kort door de bocht, een lang gedicht over psychische ziekte. Simons toont een man die geteisterd wordt door psychoses. Thomas Schmauser doet me pijn in zijn rol als deze verwrongen man en laat hiermee een memorabele performance achter. Simons’ keuzes zijn intelligent, voornamelijk diegene om de stemmen te laten ondersteunen door een aantal strijkers (en een piano) is fenomenaal. De scherpte van de strijkers zet de stemmen aan en glissando’s produceren in samenwerking met de stemmen een wrange dissonant. Met de keuze om naast de geesteszieke man een vrouw te zetten die halverwege de voorstelling een glanzend baken van hoop en leven blijkt, doet Simons prachtig recht aan Kane’s vaak genegeerde idee dat er altijd hoop in haar stukken zit. Aan het einde gaat de vrouw echter ook ten onder aan de zwartgalligheid van het leven en dit is voor mij een zwakkere keuze. Duidelijk is echter dat Simons een opbouw nastreeft, van het lichtere Gesäubert tot het intense 4.48 Psychosis, die als geheel werkt.

De teksten van Kane zijn zo kwetsbaar dat er heel precies geregisseerd moet worden om de kracht van de teksten te laten gloeien en Simons heeft dit talent. Hoewel een aantal keuzes voor mij persoonlijk niet de beste keuzes zijn, zorgt Simons met zijn uitstekende acteurs dat mijn hoofd tijdelijk ziek wordt en het vlees van mijn hart wordt gescheurd zodat ik na de voorstelling een korte tijd monddood ben. Dit alles doet Simons met een subliem precieze en kernachtige regie in een eveneens zo kernachtig vormgegeven ruimte.

Melpomene gezien 21/03/2012