Dit stuk had beter zonder tekst gespeeld kunnen worden en dan ook een uur korter. Misschien kwam het doordat de tekst inderdaad te direct en te eerlijk was, zoals in het boekje omschreven wordt. Maar omdat de hele vormgeving en speelstijl ook al niks van de waarheid verbergt is er helemaal niets meer te beleven.
Het was een soort van Tjechov (Russisch), maar dan zonder goed plot. Het was een soort Molière (Ingebeelde Zieke), maar dan zonder een bevredigend eind. Het was een soort Beckett (Existentialisme), maar dan zonder het kunstzinnige of het confronterende. Het had iets kunnen zijn, maar voor mij was het niets.
Volgens de flyer is dit een muzikale tragikomedie. En inderdaad, Oblomov is ontzettend tragisch. Het komische komt voornamelijk op rekening van zijn knecht. Waar René van ‘t Hof trouwens, heel overtuigend, vooral de schrijnende facetten van benadrukt.
In deze regie ligt Oblomov niet in bed, maar zít hij te bespiegelen. Hoewel zijn hersens op volle toeren werken, ademt hij lamlendigheid en depressiviteit uit. Het decor zit daarbij als een maatpak.
Bert Luppes levert, alweer, een grootse prestatie. Een echt fantastische Oblomov - een zak, maar een heel interessante zak. Een representant van een Russische klasse die erin berust dat zij heeft afgedaan.
Twee uur lang boeien met stilstand - dat kan dus. Ik maak een diepe buiging voor het Zuidelijk Toneel