Subsidie maakt voorstellingen niet beter!
de discussie liep van 1/9/05 tot 12/12/05
door Hans Onno van den Berg
"Veel door het rijk gefinancierde gezelschappen, orkesten en groepen hebben ten onrechte het idee dat subsidie een kwaliteitskeurmerk is. Dat is niet zo. ‘Vrije producties verschillen steeds minder van gesubsidieerd toneel’, schreef Hein Janssen al in de Volkskrant (9 maart), maar dat geldt ook voor muziek en dans. Subsidie van het rijk of een bijdrage van een fonds maakt vooral grotere en duurdere producties mogelijk (er staan bij opera, symfonische muziek en de grote toneel- en dansgezelschappen veel meer mensen op het podium). Ook biedt zo’n bijdrage een kans om een heftige pretentie waar te maken, maar waarom zou het resultaat van die inspanningen beter zijn dan wat anderen zonder subsidie op de planken zetten? Garanderen pretenties wel kwaliteit?"
Hans Onno van den Berg is directeur van de VSCD
|
Geld heeft niets met kunst te maken en dus ook niet met de kwaliteit van kunst. Geld kan lui maken en van luiheid wordt kunst niet beter. Maar als je de subsidies opheft verschraalt het aanbod en snijdt de nieuwe Rijnders straks zijn oorlel af.
Jeroen de Nooijer, ( jfden@hotmail.com)
Jeroen de Nooijer is Dramaturg en Docent dramatutgie en theatergeschiedenis
02/09/2005 09:30
Geld heeft niets met kunst te maken, maar het is wel makkelijk als je er als kunstenaar over beschikt. Omdat het je als maker meer mogelijkheden biedt en daardoor toch wel de kwaliteit bevordert, alhoewel zeker niet garandeert. En misschien verschillen vrije producties steeds minder van gesubsidieerd toneel, maar in die vrije sector draait het alleen om geld. Bovendien - en toegegeven dat er kwaliteitsvolle producten gemaakt worden - speelt de vrije sector in op de markt en blijven de producten mikken op de mainstream. Je maakt als bedrijf toch geen product waarvan je bij voorbaat weet dat het moeilijk(er) ligt. Door de overheidssubsidies af te schaffen, blokkeer je meteen elke vorm van evolutie in de culturele sector, ook in de vrije sector.
Paul, ( paul.neefs@geel.be)
Paul is Programmeur
02/09/2005 09:50
Ook deze stelling kent weinig nuances, voor het debat wellicht ?. Subsidies zijn nodig zolang de relatie tussen podia en festivals niet gebaseerd is / kan zijn op partnership, artistiek en financieel. Het maken van een productie kan simpelweg in de meeste gevallen niet kostendekkend, want makers noch podia en festivals beschikken over de budgetten die hen in staat stellen als producent / uitkoper zich op een gelijkwaardige manier to elkaar te verhouden. De huidige financiering van producties (meerjarig of op projectbasis) levert slechts meer overaanbod op. Meer koopkracht bij podia en festivals en meer langjarige allianties levert m.i. meer op dan de huidige financiering, die leidt slechts tot te veel aanbod en te weinig artistieke ontwikkeling. Het honoreren van productieaanvragen ontaart in een tombola, waarin het onvermogen om alle makers te volgen de besluitvorming ernstig beinvloedt. Dat is geen onwil van de RvC, fondsen en hun adviseurs, dat is een door ieder (hopelijk) ongewenst bijeffect van een inmiddels failliet beoordelingssysteem.
geert overdam, ( geert.overdam@festivalboulevard.nl)
geert overdam is directeur Theaterfestival Boulevard
06/09/2005 12:29
Natuurlijk maakt subsidie de voorstelling niet beter, maar wel betaalbaar. Als het goed is wordt alleen kwalitatief goede kunst gesubsidieerd. En daar zit hem de kneep: Wat is goed. De redenering; wij zijn gesubsidieerd en dus beter dan de anderen (niet gesubsidieerden) hoor ik ook te vaak en is naturlijk klinklare nonsens. Af en toe zou je hem misschien wel kunen omdraaien zelfs.
Marcel t'Sas, ( directie@maaspoort.nl)
Marcel t'Sas is directeur Theater de Maaspoort
13/09/2005 21:25
Culturele strijd levert nog betere kunst!
Jawel subsidie maakt voorstellingen beter, uitzonderingen daargelaten. Luiheid komt sporadisch voor, onze kunstenaars zijn wat dat betreft echte Hollanders; noeste werkmensen en zuinig.
De voorstellingen zijn meestal wel beter in de zin van de artistiek risico’s. Menigmaal ook vanwege grotere verbeeldingskracht en schoonheid door grotere en betere bezettingen, grotere en/of betere decors, langere repetitietijd etc. Succesvoller (in termen van publieksbereik)zijn ze meestal niet.
De rede daarvan mag ook gezocht worden in het ‘verouderde’ selectiesysteem, waarbij naast vernieuwing nauwelijks andere maatstaven lijken te gelden. Zo zijn bijvoorbeeld doorontwikkeling en/of culturele 'inbedding' nauwelijks relevant in de huidige subsidie systematiek.
De kunstenaar moet vrij zijn/haar artistieke nood te ledigen, dat staat buiten kijf. Deze artistieke nood komt echter als het goed is voort uit datgene dat de kunstenaar ervaart in zijn/haar omgeving; lokaal, provinciaal, nationaal, mondiaal etc.
Vragen als ‘voegt het iets toe dat zinnig is, dat er anders niet zou zijn?’ Zou nader aan de subsidie discussie blootgesteld moeten worden.
• Vernieuwing dient ontegenzeggelijk credo te zijn, dat zou echter slechts één criterium kunnen blijven
• Welke artistieke nood is zinnig te ledigen (welke niet), zou een ander criterium kunnen zijn*
• Verwachten we kwaliteit, schoonheid en zeggingskracht een derde
Deze drie criteria zouden onafhankelijk van elkaar tot subsidies moeten leiden. Wat mij betreft zelfs onafhankelijk subsidiepotten moeten opleveren.
Dat levert de winst op dat er meerdere ‘deskundigen’ aanvragen kunnen honoreren.
• dit criterium zou ook een ruimer en meer divers antwoord moeten krijgen m.n. zouden we af moeten stappen van de idee dat Nederland uit één ‘cultuur’ bestaat. Zo zijn er de Randstad culturele trekjes en die van de verschillende regio’s, maar zijn er ook de verschillende kruisbestuivingen met verschillende allochtone culturen.
|
|
|