Er is niets tegen een carrière die begint in de kleine zaal en die vervolgens uitmondt in projecten voor kleine en grote zaal. Maar zoals het nu gesteld wordt door OCW en FAPK lijkt het wel of grote zaal producties het gedroomde einddoel zou moeten vormen van iedere theatermaker. Hoe komt men daar eigenlijk bij? Het artistieke doel van een toneelproductie lijkt me bepalend voor de keuze voor een zaalgrootte. Ziet u een fijnzinnig project als "La Musica 2" voor zich in de Stadsschouwburg? Ik niet.
Arthur Sonnen
Arthur Sonnen, ( arthur@theaterfestival.nl)
Arthur Sonnen is organisator Het Theaterfestival
03/02/2004 14:44
Kan het publiek niet naar de kleine zaal komen?
Barry Hofstede, ( soulbrother666@hotmail.com)
Barry Hofstede is Schrijver/maker
06/02/2004 15:04
Het ligt er maar net aan waar de liefde van de theatermaker naar uitgaat. Wil hij of zij echt repertoire brengen dat voor een groot publiek bereikbaar is. Of wil je ook wel eens op drift raken voor een onderwerp dat helemaal niet geschikt is voor een grote zaal maar dat juist in de intimiteit van een vlakke vloer de mensen kan raken.
Ik zou zeggen hou het simpel met vlag en wimpel degene die geschikt zijn voor de grote zaal geef die alle mogelijkheden om te door groeien.
Maar de maker die juist de kleine zaal wil bespelen geef die ook zoveel mogelijk artistieke vrijheid! Christine van Stralen actrice en theatermaakster.
christine van stralen, ( v.schuppen@hccnet.nl)
christine van stralen is actrice theatermaakster
12/02/2004 10:21
Ja, dat klinkt mooi, maar werkt het ook zo in de praktijk? Heb je als maker de mogelijkheid en de middelen om de grote zaal in te gaan als je daar aan toe bent of dat eens wilt uitproberen? Zijn gezelschappen en grote podia, die makers die ruimte zouden kunnen bieden, niet gewoon te bang om de mist in te gaan, met een lege zaal te zitten, willen ze hun geld niet liever bewaren voor 'veilige' projecten? Wordt op de opleidingen aandacht besteed aan regisseren voor de grote zaal? Zijn er makers die graag zouden willen 'doorstromen' maar de mogelijkheid niet krijgen? Of biedt de kleine zaal (op dit moment) gewoonweg meer interessante mogelijkheden? Is er meer hang naar 'fijnzinnigheid' zoals Arthur Sonnen het noemt? We willen graag voorbeelden!
Daphne Richter, ( daphnerichter@hotmail.com)
Daphne Richter is een van de redacteuren van Stuggezaal
23/02/2004 14:39
Op het (grote) gevaar af dat me verweten zou worden dat de druiven zuur zijn, kan ik het niet laten fijntjes te wijzen op de Cultuurnota-advisering (en dito besluitvorming) van 4 jaar geleden: Moest toen niet 'mijn' cluppie FACT verdwijnen, uitgerekend het enige productiehuis dat zich toelegde op de grote zaal? Was toen niet het argument dat de grote gezelschappen zelf werk moesten maken van de instroom van jonge makers? En nu - bijna vier jaar later: wat is van dit alles terecht gekomen? Bar weinig. Het initiatief ROOT van het Ro Theater strierf een snelle dood, Olivier Provily kreeg een halfwas 'kans' bij het Nationale Toneel, de jongens en meisjes van jong Hollandia worden verre gehouden van de grote zaal en Ola Mafaalani kon met 2 regies terecht bij Toneelgroep Amsterdam, nadat ze (en waarschijnlijk alleen OMDAT ze eerder bij FACT al warm had gedraaid met 'Westkaai' en 'Ajax'). [Het zou werkelijnteressant zijn om de goede voornemens indertijd van die gezelschappen nog eens na te lezen en te bezien wat ervan terecht is gekomen....]
Werden bij diezelfde subsidieronde niet nog eens een vier- of vijftal NIEUWE werkplaatsen en productihuizen gesubsidieerd, die zich alle toeleggen op KLEINschalig werk?
Hou me ten goede: geen enkele maker MOET de grote zaal in. De grote zaal heeft niet meer belang dan de kleine. Maar wie de grote zaal wel in wil is erbij gebaat dat te kunnen doen in een 'veilige' omgeving die zich geheel op zijn of haar ontwikkeling wil en kan richten. Dat kunnen en willen de gezelschappen niet (anders hadden ze het al lang gedaan...), dat kon FACT wel. Inderdaad: de druiven zijn zuur.
Harm Lambers, ( harm@theaterkikker.nl)
Harm Lambers is directeur Theater Kikker, Utrecht / oud-zakelijk leider FACT
01/03/2004 17:23
Waar komt het probleem eigenlijk vandaan? Is er leegstand; Zijn er meer grote zalen dan makers om ze interessant te vullen? Levert de grote zaal meer op dan de kleine zaal en krijgt de overheid meer terug van de subsidie die ze besteedt? Of komt de stelling voort uit een inhoudelijk ongenoegen: Er gebeurt te weinig interessants en prikkelends in de grote zaal?
In het vlakke vloeren- of kleine zalen-circuit gebeuren al jaren de meest interessante dingen, zowel op volwassenen- als op jeugdtheatergebied. Dat is niet zo gek, want de vlakke vloer is sinds de jaren zestig een verworvenheid in Nederland waar, meer dan in de grote zaal, de verbeelding, de vrijheid en de intimiteit leeft. Niet voor niets zijn veel buitenlandse theatermakers erg jaloers op ons kleine zalencircuit.
De grote zaal biedt meer ruimte voor spektakel op visueel en technisch gebied, maar minder ruimte voor de menselijke maat. Voor mij gaat toneel vooral over de zichtbare en voelbare, lijfelijke aanwezigheid van mensen op het podium, die met hun verbeelding, middels stem, expressie en persoonlijkheid mij meenemen in hun wereld. In de grote zaal mis ik dat vaak. Ik zie geen gezichten en mimiek (of met een truc vergroot via videobeelden, ik hoor geen subtiliteit in stemmen (of versterkt via de boxen). Allemaal vrij onpersoonlijk. En de verbeelding waar ik voor uitgenodigd wordt is vaak die van de vormgeving. En hoe visueler en groter die is aangepakt, hoe eerder die me gaat vervelen. Want ik wil mijn eigen fantasie gebruiken. En dan de wisselwerking met het publiek. Afstandelijker en onpersoonlijker.
Kortom, de grote zaal is niet hetzelfde maar dan groter, het is echt een ander medium. Behalve Gerardjan Rijnders ken ik weinig mensen die echt uit de voeten kunnen met de grote zaal. Misschien moet hij een eigen opleiding beginnen: Theatermakers voor de grote zaal.
De kleine zaal is geen opstapje, geen marge en geen laffe keuze. De kleine zaal is het meest volwassen toneelcircuit dat wij hebben in Nederland.
Erik Snel, ( eriksnel@wish.net)
Erik Snel is regisseur en artistiek leider van theatergroep aluin
10/03/2004 10:07
Ik ben het met mijn collega's eens: grote- en kleine zaaltheater, dat zijn twee verschillende disciplines, voorstellingen maken voor een grote zaal dat is de artistieke keuze van een regisseur en voorstellingen maken voor een kleine zaal ook. Maar: Hoe is het mogelijk dat daaraan openlijk wordt getwijfeld? Dat is volgens mij de vraag.
Zou je het kunnen vergelijken met op groot doek en op klein doek schilderen? Zo ja, wordt dan over schilders die op klein doek werken gezegd dat ze nog moeten groeien? Morandi was geen groot schilder want hij schilderde van die kleine stilleventjes? Of is het:
Morandi was een groot schilder want zijn werk hangt in een groot museum? Ik denk het laatste. Het instituut grote zaal heeft een andere kunstzinnige status dan het instituut vlakke vloer. Deze discussie zou misschien niet meer over theatermakers moeten gaan, maar over de uitstraling en de macht en de onmacht van vlakke vloertheaters.
Een stelling: Vlakke vloertheaters willen grote zalen in het klein zijn. Ze verspelen hun autonomie door voorzichtig en risicoloos te programmeren. Het vlakke vloercircuit verliest daardoor haar karakter, haar artistieke kracht en wordt terecht vergeleken met het grote zalencircuit, en te klein bevonden.
ine te rietstap, ( ineterietstap@wanadoo.nl)
ine te rietstap is regisseur en artistiek leider
10/03/2004 11:26
Dat is makkelijk geroepen door die beleidsmakers dan.
Wat zijn ze van plan daar zelf aan te gaan doen?
Of een maker werk voor de grote of kleine zaal wil maken is zijn/haar eigen keuze. De grote zaal vergt een iets andere vertaling naar het podium dan de kleine, dat is waar, maar er lopen best makers rond die dat inzien, daarvan houden en dat kunnen.
Het probleem is veeleer dat subsidienten en gezelschappen hun vingers er niet aan willen branden een nieuwe maker in de grote zaal te zetten omdat ze direct een probleem hebben met bijvoorbeeld de schouwburgdirecteuren.
Het overgrote deel van het Grotezaalpubliek is als de dood in een onbegrijpelijke ‘experimentele’ Kunstvoorstelling terecht te komen en reserveert dus een jaar op voorhand via abbonement een aantal voorstellingen waarvan ze denken dat die kans klein zal zijn. En dan gaat men af op bekende namen die vertrouwen inboezemen zoals: Ibsen, Shakespeare, Anne-wil Blankers, Tsjechov en Linda van Dijk.
Een grote zaal heeft behalve een lijst en een groter speeloppervlak ook een veel grotere tribune dus daar moeten objectief ook flink wat mensen zitten om niet te spreken van een mislukte avond. Dus is de schouwburgdirecteur geneigd voor dat percentage dat hij/zij aan toneel programmeert die paar voorstelling te kiezen waarvan de kans het kleinst is dat er anderhalve man en een paardekop zit. Dus die kijkt wel uit een voorstelling te programmeren die geaffichieerd is als: ‘De eerste grote zaal voorstelling van Miep Fruitschaal die in het kleine zalencircuit naam maakte met ontregelende voorstellingen als Het Nekschot, die zij zelf schreef samen met componist/DJ Han van Almere waarin het onderhuidse geweld in ons allen aanwezig op indringende wijze veruiterlijkt werd door videoprojecties.’ Want er komt geen hond. Al maakt Miep nog zulk mooi werk en had het publiek het prachtig gevonden als ze erbij waren geweest.
Laat die beleidsmakers hun woorden kracht bijzetten en bijvoorbeeld de schouwburgen de uitkoop vergoeden als ze iets nieuws programmeren en de makers en schouwburgen zo slim zijn in hun publiciteit juist Niet de nadruk te leggen op dat het iets Heel Nieuws is, maar gewoon een beeld geven van de avond die te verwachten valt. (Ik noem ook maar iets.)
Ik heb wel iets met de opmerking van Barry Hofstede. Al bedoelt hij hem waarschijnlijk anders. Het zou volgens mij heel goed zijn als we een manier konden vinden het grotezaal publiek te betrekken bij wat er gebeurt in de kleine zaal. Wanneer men daar, misschien tegen verwachting in, mooie avonden beleeft en men zich zodoende enigszins bindt aan bepaalde makers of groepen is de brug voor die makers naar de grote zaal ook niet meer zo onoverbrugbaar. Want het geeft de schouwburgdirecteur uiteindelijk meer kans publiek in de zaal te hebben bij zo'n voorstelling.
Anyways stoort het me dat deze discussie weer lijkt te gaan over de makers. Terwijl het probleem volgens mij niet bij de makers ligt en al helemaal niet door hen opgelost kan en hoeft te worden.
Ivar van Urk, ( ivarvanurk@zonnet.nl)
Ivar van Urk is regisseur/akteur/componist
13/03/2004 01:13
Wat willen deze beleidsmakers nu eigenlijk - eerst de subsidie voor Fact schrappen - dan weer gaan roepen dat de jonge T.M.'ers de grote zaal in moeten? Laat die beleidmakers geld beschikbaar stellen en Fact reïncarneren.
Grote verhalen moeten in het grote zaal worden verteld. Daarom is het ook zo betreurenswaardig dat alles van belang zich steeds maar weer in de kleine zaal af speelt. Dat heeft een veelheid aan oorzaken - maar het ligt zeker ook en in eerste instantie aan alle T.M.'ers die het kennelijk niet willen. Jammer hoor, want de grote zaal is het mooiste toneeldecor dat er bestaat.
het EWG, ( erikward@wanadoo.nl)
het EWG is theatricus
14/04/2004 16:43
Er is niks mis met de grote zaal. Ik snap de angst van generatiegenoten niet en de doorstroom opvattingen van de oude generaties. De grote zaal is een van de middelen waarmee je een voorstelling maakt. Ik wil zowel functioneren in een oude kaasfabriek in alkmaar, een vlakke vloer in Den Haag of de schouwburg ergens in het land. De voorstelling en het concept moet wel passen bij de te gebruiken ruimte. (Maar ja dat zal wel weer idealistisch zijn.) Ik neem (en maak) de mogelijkheden om me op die diverse vlakken te ontwikkelen. Net zo goed als ik me op het gebied van zowel theater als opera begeef. Door de dingen naast en met elkaar te zien ervaar ik dat het elkaar positief beinvloeden. Voor mij is er geen hierarchie.
Christiaan Mooij, ( christiaan@annettespeelt.nl)
Christiaan Mooij is regisseur
05/05/2004 19:43
Wat mij betreft heb je groot gelijk Christiaan.
Het probleem is alleen dat wanneer jij denkt: 'Nu heb ik een leuk idee met als kloppende lokatie de grote zaal', je het waarschijnlijk nergens zult kunnen maken. Want de grote zaal wordt gezien als iets heel riskants en ingewikkelds.
Behalve natuurlijk wanneer je caberetier bent. Dan hoor je niemand over de o zo moeilijke mise-en-scene eisen die een grote zaal zou vergen. Dan mag je zonder enige discussie in je eentje zonder decor in die grote zaal gaan staan.
Herhaal een paar keer wat je toch al zei: "Ik loop over straat. Ik loop daar gewoon, weetjewel, op straat. Loop ik daar, lalala, beetje lopen. Komt een man op me af. Terwijl, ik loop daar, gewoon, op straat. Komt die man op me af. Ik zeg: 'Wat?!' weetjewel, 'Wat?!!' Nou die man 'zo en zo en dit en dat' en ik 'JA, WAT NOU!!?' weetjewel, ik loop daar gewoon over straat, dus wat krijgen we goddomme nou!!! Maar dat bleek dan helemaal geen Marokkaan te zijn, dus daar sta je dan met je normen en waarden." (Dit alles heel hard en met geveinsde grote intentie geroepen.)
En maar roepen dat het cabaret in Nederland van zo'n bijzonder hoog niveau is. De zalen zitten tenslotte vol, en hoe harder we in de kranten en op TV roepen dat het geweldig is hoe voller die zalen zitten.
En dan is de grote zaal dus helemaal geen probleem.
Maar de kranten en de TV roepen niet dat het theater van de hedendaagse makers zo fantastisch is dus dat u snel moet zijn om nog een kaartje te krijgen.
Wat we wel horen krijgen is dat het theater de afgelopen 20 jaar 'in zichzelf gekeerd' is geraakt, en 'vervreemd van het publiek' en dat we een probleem hebben omdat binnen dat in zichzelf gekeerde zooitje er een moeilijke discussie gaande is over dat niemand De Grote Zaal in kan, omdat ze niet zouden willen of het niet zouden kunnen. Heel stimulerend.
Wat mij verder verbaasd is dat ik voorstellingen voor het vlakke-vloer circuit heb gemaakt die daarna op tournee alleen maar verkoopbaar bleken in de grote zaal, en dat ging prima. Dan is er dus ineens geen probleem. Kindervoorstellingen gemaakt door totaal onervaren makers worden rustig geprogrammeerd in schouwburgen. En Nergens Laaide Er Een Discussie Op.
Laten we ophouden met moeilijk doen over De Grote Zaal. Dan wordt het vanzelf minder ingewikkeld.
Ivar van Urk, ( ivarvanurk@hotmail.com)
Ivar van Urk is Theaticeur
07/05/2004 02:35
Theatermakers vereenigt u in het verlaten van de grote en de kleine zalen.
Buiten gebeurt het. Er wacht daar een publiek op u dat smacht naar kwalitatief theater. Theaterzalen zijn niets meer dan faciliterende ruimtes. Groot of klein, dat maakt niets uit.
Bedenk je liever als je een voorstelling gaat maken voor wie je theater wilt maken en in wat voor ruimte je denkt die mensen te gaan vinden.(en die mensen jou natuurlijk).
Ongeveer elke kunstvorm heeft wel een manier gevonden om dicht bij de mensen te komen maar theater heeft ooit met de komst van de televisie de moed om al snel opgegeven om met dit medium te kunnen concureren. Dat terwijl het ontroerender, spannender, echter en meeslepender kan zijn juist omdat het in het moment zelf gebeurt. Theater kan en moet juist in een tijd als deze weer dichter bij de mensen komen. We kunnen niet in onze theaters blijven wachten tot heel Nederland van instelling verandert en uit zichzelf er ineens hordes mensen naar toe gaan. We zijn kunstenaars en een kiezen er dus voor om dromen en gedachten te delen met andere mensen. Zoek ze dus op in plaats van je te richten op een “veilige” cariere in het theater en je af te vragen of je in de grote of de kleine zaal wilt spelen of maken. Dit hele theater-systeem bestaat alleen maar bij de gratie van subsidiegevers dus die veiligheid bestaat niet eens echt. Dat weten allemaal en is maar al te vaak pijnlijk merkbaar als je voor de zoveelste keer met kromme tenen naar een mislukte produktie zit te kijken.
|