“De City” is een vreemde voorstelling. Als Riro in zijn Theaterdagboek gelijk heeft, maakt zij zelfs deel uit van een revolutie. Zou best eens kunnen.
Hoe dan ook vertaalster Clair, haar man Cristopher en buurvrouw/verpleegster Jenny tonen gedurende twee uur wel of niet hun denkbeeldige alter ego’s, in plaats van wie ze werkelijk zijn. In ieder geval: ze zijn zichzelf niet. Vervreemd, maar dan net iets anders.
De acteurs wisselen voortdurend van kleding, hun zwijgende schaduw loopt letterlijk en lijfelijk mee. Die duo’s drukken uit dat tussen wat ze doen en zeggen enerzijds en wat ze voelen anderzijds,een gapend gat zit.
Vreemd dus die verwisselingen, die twijfel ook of je nu naar het gespeelde dagboek van Clair of het eigenlijke verhaal zit te kijken, maar fascinerend.
De voorstelling pakt je in. Door de dynamiek, de vaart, de passie in het spel. Maar vooral toch denk ik, door die unieke verbeelding van het stadse leven door schrijver Martin Crimp.