Donkere trommels roffelen door het zuivere blanke
Het verhaal van de twee zuiver blanke gezinnen die nog als enigen zijn overgebleven van hun ras. Van Warmerdam creëert een absurde situatie, die niet minder absurd zal worden door de haat die vanaf het begin van de voorstelling woedt tussen de families. Hoewel er, vooral, door buurjongen Lucien stroeve pogingen gedaan worden om tot een verbroedering te komen, blijkt deze jongen zijn eigen slinkse beweegredenen te hebben. De sluwe vos wil het zuiver blanke ras voortzetten en de enige mogelijkheid hiervoor wordt geboden door Angelique, de dochter van de buren, die hier geen belangstelling in heeft.
Op het simpel vormgegeven podium, waarbij twee huizen voorgesteld worden met enkel noodzakelijke, sobere, meubelstukken, hangt een donkere sfeer. Hoewel de site van de schouwburg aangeeft dat deze voorstelling muziektheater is, worden tekstscènes enkel op een losse manier van elkaar gescheiden met niet-westerse muziek. Wèl begeleidt de muziek sommige handelingen, maar over een dominante rol kan niet gesproken worden. Richting het einde wordt het geheel nog veel naarder. Terwijl Angelique onder het mom van ‘familie eer’ voor een gedwongen seksuele relatie met Lucien, naar de buren geëscorteerd wordt, zwelt de muziek aan. Op stilistische wijze worden de geslachtdaders van hun kleding ontdaan en ondergaan zij hun gemeenschap, na het voltooien van deze handeling vertrekt Angelique terug naar huis waar ze in de armen wordt genomen door haar broer, die haar vervolgens neersteekt. Hoeveel absurder kan het allemaal nog, maar adembenemend is de eindscène zeker.
Een goed verhaal, goede acteurs en een gezegende regisseur lijken de formule voor een niet neer te sabelen voorstelling, maar het blijft een beetje op afstand. Aardig is de voorstelling dus zeker, goed gespeeld en een interessante vertelling over de angst voor andere volken, maar dat is het.