Een magazine waarin vakgenoten kunnen discussieren over theater zonder te hoeven uitleggen wie Shakespeare is. Dat was de droom van vijf jonge theaterwetenschappers. Uit dit ideaal ontstond twee jaar geleden het virtuele tijdschrift Moose. 'Een blaadje waarin met kloten, humor en relativeringsvermogen over theatermaken gesproken wordt.' De studie theaterwetenschap is de bindende factor tussen de redactieleden van Moose. Met zijn allen zitten ze rond de tafel in een keukentje boven theater Frascati. Simon van den Berg (24) is de enige die nog officieel studeert aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast doet hij 'iets met computers'. Miel de Zwart (28) heeft de studie niet afgemaakt. 'Ik ben nu dramaturg,' vertelt hij onder licht geproest van de anderen. 'En ik werk bij de helpdesk van een intemetprovider.' Ook Elmar Düren (29) is gesjeesd, vorig jaar. 'Ik doe nu de theateracademie. Dat maakt mij technisch geloof ik acteur.' Vonneke Beeker (25) heeft haar studie wel voltooid: vorige week is ze - cum laude - afgestudeerd. Floortje Bakkeren (27) staat al twee jaar niet meer ingeschreven aan de UvA, maar is volgens eigen zeggen wel 'bezig' met haar scriptie.
Waar komt de naam Moose vandaan? 'Tijdens onze eerste gezamenlijke borrel keken we elkaar diep in de ogen en dachten: ja, dit is een leuk en belangrijk plan, laten we het doen,' vertelt Floortje. Simon valt haar in de rede: 'We konden ofwel nog twee vergaderingen houden over de naam van dit belangrijke tijdschrift, of we konden het noemen naar het café waar we inzaten.' Ze bevonden zich in café De Eland, maar dat vonden ze niet goed genoeg klinken. 'Toen hebben we voor de Engelse vertaling Moose gekozen,' aldus Floor.
In eerste instantie had Moose zichzelf als doelgroep, legt Floortje uit. 'Wat er geschreven wordt over theater is of heel theoretisch en gortdroog, of het zijn oppervlakkige recensies.' Alleen in de kroeg werd echt over theater gepraat, vonden de schrijvers van Moose, maar dat werd nergens gepubliceerd. Dus besloten ze dat zelf te doen. 'We zijn op internet begonnen omdat het goedkoop is,' vertelt Floortje. 'Bovendien heeft het een groot bereik. Als je een magazine op papier uitgeeft, moet je met de fiets naar Athenaeum om het daar neer te leggen en dan hopen dat iemand het ziet.' Op den duur werd internet een onderdeel van de manier waarop de redactieleden werken. 'We zouden nu niet eens meer op papier wìllen,' zegt Elmar. 'Op onze site kunnen bezoekers zelf minirecensies invullen en naar ons e-mailen. Dat werkt veel beter dan wanneer je een formuliertje in een tijdschrift stopt.'
Op de website van Moose zijn naast deze 'ongezouten en onbeargumenteerde' recensies ook andere wetenswaardigheden op Nederlands theatergebied te lezen. Zo wordt er door de redactie een selectie gemaakt van 'voorstellingen die de middelmaat ontsnappen' en kun je lezen wat in is op het gebied van theater en wat moosers en losers zijn. Ook bevat de site 'actueel theaternieuws' en de column Vera Liefhebber. Daarnaast gaat Moose van 9 tot en met 12 september via hun site het onzekeuzefestival van de Nestheaters verslaan.
'We hebben al vaker hij festivals de dagkrant gemaakt,' vertelt Elmar. 'En dat is ons goed bevallen. Je sluit je op in een hok om te schrijven en als je 's middags helemaal brak uit je bed komt denk je: ik moet natuurlijk ook nog een voorstelling gaan bekijken. Aan het eind van zo'n festival hen je dood, het is echt topsport.' Miel kijkt peinzend en formuleert dan voorzichtig. 'Volgens mij hebben we allemaal ontzettend de behoefte om de hysterie op te zoeken.' Iedereen knikt heftig. 'Dat is absoluut waar,' vindt Elmar.
De redactieruimte van Moose bevindt zich tijdens de festivaldagen midden in Frascati 1. 'De grootste zaal van het festival,' buldert Elmar trots. Vonneke legt uit dat het nadrukkelijk de bedoeling is dat Moose zichtbaar is voor het publiek. Volgens Simon is het zelfs dé reden om naar het festival te komen. 'Om te zien hoe hysterisch wij wet niet kunnen zijn.'
Inmiddels kan Moose voorzichtig een succes genoemd worden. 'We worden opvallend veel door makers en recensenten gelezen,' zegt Simon. 'Van hen krijgen we veel feedback.' Floortje is blij dat Moose aan blijkt te slaan: 'Ik weet niet wat er gebeurd was als na een halfjaar alleen die vijf moeders braaf keken. Gelukkig merkten we al snel dat de bezoekersaantallen van de website gingen groeien.' De internetsite van Moose trekt gemiddeld tweehonderdvijftig bezoekers per week. 'We zitten in de absolute top van sites over theater,' weet Floortje. Simon relativeert dit gegeven. 'Er zijn ongeveer tien mensen echt actief op het gebied van theater en internet, en vijf daarvan zitten hier aan tafel.' Elmar merkt op dat theaterwetenschap in die zin niet echt een gunstige achtergrond is. 'Als je ergens een groep mensen hebt met angst voor computers is het wel bij theaterwetenschap.'
Het liefst zouden de redactieleden meer tijd en geld in Moose stoppen. 'Maar dat kunnen we onszelf niet permitteren omdat we er te veel naast doen,' verzucht Elmar. Toch is Moose nu bezig een stichting te worden. Overstekend Wild gaat de stichting heten, en zij zal meer omvatten dan Moose alleen. 'Het is de bedoeling om een forum op internet te creëren waar theatermakers met elkaar kunnen discussiëren,' legt Vonneke uit.
Hoewel de vijf theaterwetenschappers roepen dat ze Moose vooral voor zichzelf maken om- dat ze het leuk vinden, klinkt er nu en dan toch een zeker idealisme door in hun verhaal. Simon schetst in een paar zinnen wat het nut van de stichting kan zijn: 'Er zijn een heleboel jonge theatermakers en groepen die maar niet in het gevestigde bestel komen. Dat moet onderwerp zijn van discussie. Het lijkt me heel leuk als wij daar een soort onderdak aan kunnen bieden.'
Mirjam Hemker in de Folia van 9 september 1999
Terug naar Moose in de Pers