Dossier verkiezingen
Programma ChristenUnie
Kunst en Cultuur
Mensen hebben de gave ontvangen om creatief te zijn, dat wil zeggen om met wat de wereld aan mogelijkheden biedt iets nieuws te maken. Kunstenaars verrijken het leven door een nieuwe benadering van wat er om ons heen gebeurt. Het is ook belangrijk te koesteren wat kunstenaars in het verleden tot stand hebben gebracht, niet alleen vanwege het historische belang, maar omdat kunst zeggenschap heeft over grenzen van de tijd heen. Kunstenaars ontwikkelen sterke middelen om te communiceren. Zij kunnen de ogen openen, zowel voor het goede en het mooie als ook voor het bedreigende en het lijden.
Het cultuurbeleid moet erop gericht zijn de kunst en de kunstenaars midden in de samenleving te zetten. Kunst mag niet geïsoleerd staan. Het kan niet zo zijn dat een min of meer gesloten kring van ingewijden de dienst uitmaakt, zeker niet als er overheidsmiddelen worden ingezet. Anderzijds betekent de bevordering van een goede plaats van de kunst ook dat er steun moet zijn voor kunstenaars die (nog) niet in staat zijn hun brood te verdienen met hun werk. Dat geldt voor het bewaren en exposeren van kunst en voor dure voorzieningen als orkesten en theatergroepen. Het is het goed dat overheden, bijvoorbeeld via de daartoe in het leven geroepen fondsen, kunstenaars steun bieden, structureel waar dat moet en voor projecten waar dat mogelijk is.
Voor het Nederlandse cultuurleven is de Nederlandse taal van fundamentele betekenis.. Tegenover de druk van de internationalisering dient de Nederlandse taal zorgvuldig en zelfbewust te worden onderhouden. Hetzelfde geldt voor het Fries als tweede erkende taal in ons land.
Streektalen zijn belangrijk voor de eigen identiteit van gemeenschappen. Culturele initiatieven om streektalen levend te houden verdienen daarom overheidssteun. Cultuuruitingen in meer kunstzinnige vorm kunnen eveneens het besef van gemeenschap en identiteit versterken. Wanneer ze deze afbreken door kwetsend taalgebruik of optreden, dient de overheid paal en perk te stellen.
- Het beleid van overheden en van fondsen moet open worden gevoerd, waarbij de betrokkenheid van de kunst op de brede samenleving een belangrijk aandachtspunt is.
- Bij de beoordeling van kunst mogen morele motieven mede bepalend zijn. Weliswaar is de vrijheid van de kunst en van de kunstenaars belangrijk, maar niemand - ook geen kunstenaar - kan zich onttrekken aan verantwoording.
- Behalve voor bovenregionale voorzieningen is kunstbeleid in beginsel een zaak van regionale en lokale overheden.
- Bevordering van het ondernemerschap van kunstenaars is een goede zaak. Daarbij kan de financiële ondersteuning van de vraag naar kunst (fiscaal of door subsidies voor schouwburgen bijvoorbeeld) een nuttig instrument zijn.
- De toegankelijkheid van ons gemeenschappelijke erfgoed moet in beginsel zo laagdrempelig mogelijk zijn. Daarom worden de toegangsprijzen van rijksmusea vastgesteld op een bedrag van 1 euro.
- Het bedrijfsleven wordt gestimuleerd het kunstleven te ondersteunen. Giften van particulieren aan kunstenaars worden fiscaal aftrekbaar gesteld ('Maecenas-regeling').
- Instandhouding van het culturele erfgoed van Nederland in de vorm van monumenten, nationale landschappen, transportmiddelen en machines verdient bijzondere aandacht. De hiervoor beschikbare gelden moeten worden vermeerderd.
- De overheid ziet toe op en bevordert het eenvoudig en zorgvuldig gebruik van het Nederlands als bestuurs-, cultuur- en omgangstaal. Er dient een Nederlands-Vlaamse commissie te worden ingesteld die zorg draagt voor het vertalen van met name Engelse woorden en begrippen in het Nederlands.
- Pers en omroep
De publieke media spelen een belangrijke rol in het versterken en ontplooien van het Nederlandse cultuurleven. De publieke omroepen hebben hierin een bijzondere en unieke taak. Dit bestel, met de omroepverenigingen als basis, dient intact te blijven.
In de samenleving behoort ruimte te zijn voor culturele pluriformiteit en geestelijke vrijheid. Een pluriforme en onafhankelijke pers speelt in het waarborgen daarvan een belangrijke rol.
- In het overheidsbeleid ten aanzien van pers en omroep is het behoud en de bevordering van een pluriforme pers een belangrijke leidraad.
- Concentratie van dagbladen moet, in het licht van een pluriforme en onafhankelijke pers en van vrije mededinging, worden ingeperkt. Het marktaandeel van één uitgever, of een combinatie van uitgevers van dagbladen, mag niet meer dan 30% zijn.
- De omroepverenigingen blijven de basis voor het publieke omroepbestel. De drie publieke tv-zenders en de vijf publieke radiozenders blijven bestaan. Een BBC-achtig model wordt afgewezen. De commerciële omroepen moeten onder het toezicht van het commissariaat voor de media worden gebracht.
- Reclame verdwijnt in elk geval op zondag van de publieke zenders. Compensatie voor gederfde inkomsten kan worden gefinancierd uit de publieke middelen. De sponsoring van publieke en commerciële omroepen wordt wettelijk geregeld.
- Kabelexploitanten dienen niet uitsluitend vaste pakketten aan te bieden. De afnemer moet kunnen bepalen op welke combinatie van zenders zijn of haar abonnement berust.
Uit het verkiezingsprogramma 'Samen leven naar Bijbelse waarden', te bekijken op: www.verkiezingen.christenunie.nl