Festival
Oerol 2008
In totaal zijn er 3 Minirecensies geschreven op Oerol 2008.
Weet een groep die het liefst in de open lucht speelt een stuk te kiezen dat gemaakt lijkt voor juni en een bewolkte hemel? Is dat stuk ook nog eens een tragikomedie met de nodige dubbelzinnigheden? Dan zou het wel eens een succes kunnen worden. Beckett schreef All That Fall (1957) niet om buiten te spelen maar voor de huiskamer. Comp.Marius maakt een halve eeuw later van dat hoorspel, in een nieuwe vertaling van Waas Gramser en Kris Van Trier, een buitenvoorstelling waarin bijna alles klopt. Een voorstelling waarin het spel naadloos aansluit bij de tekst vol seksuele connotaties en waarbij de omzetting van geluidseffecten naar visuele effecten uiterst inventief is. Met de muilezel, de trein, en de limousine als fraaie staaltjes huisvlijt. De ontmoetingen van het hoofdpersonage met een gepensioneerde bankdirecteur op een racefiets, het ritje in de limousine, en het kruip door sluip door op het station zijn schitterend. Het laatste deel, waarin het raadsel van het meisje en de dood centraal staat, is iets minder. Desondanks is deze voorstelling een van de festivalhoogtepunten van dit jaar.
Eerst zijn we bruiloftsgasten die de bruid één voor één feliciteren en een cadeau overhandigen. Dat duurt even. Daarna komt er toneel. Aan tafel zitten drieëntwintig bruiloftsgasten. Zeven daarvan zijn acteur die vanwege de immense ruimte heel groot moeten spelen. Toch maakt het genuanceerde spel van Sara De Bosschere als moeder van de bruid in dit deel van de voorstelling indruk. Als het feestmaal door overvloedig drankgebruik uit de hand loopt, roept iemand, zoals gebruikelijk: muziek! Walpurgis en Het Spectra nemen het dan van de acteurs over met het door vier pianisten, vier slagwerkers en zestien zangers uitgevoerde Les Noces van Stravinsky. Die danscantate begint met een klaagzang van de bruid, dezelfde die we hebben gefeliciteerd en dezelfde die in Tsjechov’s éénakter nauwelijks aan het woord kwam. Dit muzikale gedeelte is zonder meer het hoogtepunt. Waar we veel te lang op hebben moeten wachten. Want vanaf het moment dat Warre Borgmans het publiek per megafoon een spoedcursus Vlaams gaf tot aan het begin van Les Noces zijn we al een uur en drie kwartier verder. En dat is, ondanks de wodka en de hapjes, wel een erg lang voorspel.
Met als vertrekpunt de opmerking van de minister-president over de VOC-mentaliteit gaat het per schip naar Batavia. Terwijl je als toeschouwer heen en weer wordt geslingerd tussen toen en nu, kom je te weten hoe Jan Piet Joris (Vincent Rietveld) zijn handelswaar emotioneel invoelbaar denkt te maken, waarom Corneel (Louis van der Waal) zijn grenzen verlegt, en welke rol Hottentotten spelen bij Anna Hanna Johanna’s verlangen naar een motorisch moment. Het VOC-tijdperk is een periode van economische expansie overzee en daardoor ook van verrijking van de taal met scheepsladingen zeevaartmetafoor. Logisch dat er nogal wat van die maritieme beeldspraak in de voorstelling terecht is gekomen. Hoewel de tekst dus heel belangrijk is, is te merken dat er ook aan geluid en muziek de nodige aandacht is besteed, want wat Florentijn Boddendijk en Remco de Jong in elkaar hebben geknutseld is heel fraai. Deze voorstelling van De Warme Winkel is misschien wat minder dan hun zonder regisseur tot stand gekomen Rainer Maria van vorig jaar, maar absoluut de moeite waard.
pagina 1