Vera evalueert de regels 24/7/99
Er is een oude theaterregel die stelt dat hoe verder weg het theater is, hoe minder bezoekers het zal hebben. Nou is dat in sommige gevallen niet geheel juist. Zo hebben veel theaters aan de rand van het centrum (de Westergasfabriek, Theater Zuidplein, het Appeltheater), niet noemenswaardig minder bezoekers dan, zeg, de Nestheaters, de Rotterdamse Schouwburg of het Theater a/h Spui. Het gaat eigenlijk wel gelijk op.
Op een verloren avond ging ik deze theaterwet maar eens verder onderzoeken. Nu is er, in een buitenste buitenbos, een theatertje dat ver buiten het bereik van de gemiddelde bezoekers ligt. Het ligt ongeveer vijf keer zo ver weg als de andere theaters. Ondanks deze topografische verwijdering is het er vijf dagen per week een drukte van belang. Vooral op mooie dagen in het weekend verdringt het publiek zich bijna om een plaatsje in dit theater en heeft men er fietstochten van meer dan een half uur (heen en dan ook nog terug) voor over om de voorstellingen in dit theatertje te zien.
De oude theaterregel gaat dus niet op en ik vraag me af: is het de gratis autoparkeerruimte die het 'm doet? Is het het feit dat men zich tijdens de voorstelling kan laven aan een wit wijntje en je er een sigaretje kan opsteken? Komt het omdat de muggen zo in het spel integreren dat je als publiek het gevoel krijgt toch weer een beetje in contact met de natuur te staan? Is het dat je zelf de hoogte van de toegangsprijs mag bepalen?
Ik zal mijn goede vriend Rick binnenkort eens een briefje schrijven over wat hij in zijn nieuwe nota moet voorstellen: geef het publiek de mogelijkheid drank en voedsel tot zich te nemen tijdens de voorstelling en laat ze zelf bepalen wat de toegang moet kosten. Ik voorzie een glorieuze toename van het theaterbezoek in het nieuwe seizoen.
zie ook: Minirecensies: Hendrik IV