minirecensies

Proust 4: De kant van Marcel

Maakten de vorige delen nieuwsgierig naar Proust en zijn werk, dit laatste deel doet het tegenovergestelde. Hier haalt zijn huishoudster, de naieve en dienstbare Celeste, herinneringen op aan ‘haar mijnheer’. Daar zit het probleem: hun verhouding is statisch. Zij kan zijn vertrouweling zijn omdat hij niets van haar te vrezen heeft. Hoewel zij tien jaar lang een huis delen, vertegenwoordigen zij twee werelden. Zijn laatste jaren leeft Proust in een cocon van regeltjes en gewoonten. Met stervensbereide stem maakt hij zijn wensen kenbaar. Over de noodzaak van zijn schrijverschap, het waarom van dat verlangen naar vroeger komen we vrijwel niets aan de weet. De videobeelden van de jonge Marcel die zijn illusies verliest, maken dat nauwelijks duidelijk. Ik zag een nare, treurige poseur die even opleeft bij de aanblik van een Vermeer.

MvW gezien 24/10/2005

Langdradig, poetisch en zacht, maar des te kunstzinniger. De weergave van de werking van het geheugen en daarmee de herinneringen van Céleste werden geweldig geprojecteerd op het grote en het kleinere scherm, door de lopende tijdsbalk, het uitvergrote kopje en de jongere Proust tussen wapperende gordijnen. De bedrukte huiselijke sfeer, waarin Céleste samen met Proust geleefd moet hebben, werd duidelijk weergegeven door het weinige licht en het doffe kleed op het podium. Voor de geprojecteerde objecten, de sfeer en vooral ook Céleste uit-lagen-opgebouwde-rok, krijgt Proust twee geweien. Maar voor het script, met name het taalgebruik van de ouder Proust en de jongere Céleste, krijgt deze voorstelling twee tomaten. Samengevat: een mooi kunststuk, maar geen boeiende voorstelling.(YK)

YK gezien 01/10/2005

De boeken heb ik niet gelezen, daar komt binnenkort verandering in. Zoals ik had begrepen, was dit echter een metaverhaal over de schrijver vanuit zijn huishoudster. Het verhaal wordt verteld door de huishoudster die in een keukentje wordt ge�nterviewd. Terwijl zij herinneringen opdiept, zien wij de beelden van haar geestesoog gespeeld op het podium. Binnen deze herinneringen, spreekt de schrijver, Marcel Proust, ook over het verleden en soms neemt zijn jongere-ik het woord over. Herinneringen in herinneringen dus. Het geheel was vrij minimalistisch opgezet, er werd weinig gespeeld en vooral veel geprojecteerd. Gezichten werden uitvergroot en associatieve beelden werden getoond op een enorm doek. Dit was, zo las ik, om de werking van het geheugen na te bootsen. Ik vond het erg goed werken, vooral omdat je bij het minimale spel erg was overgeleverd aan je eigen verbeeldingsvermogen. De associatieve beelden die werden aangeboden, hielpen om vanuit jouw eigen geheugen beelden op te diepen om de gedeclameerde beschrijvingen een invulling te geven (een mooi gewei hiervoor). Verder prachtig vastgelegde mijmeringen van Proust, herkenbaar, maar soms wat langdradig (toch een gewei). De muziek en vooral het licht was subtiel, maar onmisbaar voor de inleving (alweer een gewei). Ik vond het wel jammer dat het niet zo diep inging op Prousts schrijverij, want de man zelf vond ik niet bijzonder sympathiek en het verhaal werd voor mij dus niet meer dan een verhaal over een lastige, mijmerende man die hard aan iets mistigs werkt en sterft. OP ZICHZELF een weinig intrigerende geschiedenis, waar ik - afgezien van de prachtige teksten uit de boeken - niet zo gek veel mee kan (tomaatje).

Abram gezien 08/10/2005

Wat een voorstelling! De circel is rond. De vierde Proustvoorstelling is één van de meer intiemere delen van de cyclus (evenals deel 2), we gaan terug naar de basis, iets wat past bij de werkelijkheid van de Marcel die in feite al niet meer helemaal leeft, hij leeft alleen nog om te schrijven. De voorstelling is weer prachtig uitgewerkt, minder overdadig dan de derde Proust, maar alle elementen zijn weer aanwezig en komen in deze voorstelling weer bij elkaar. Mooi om te zien hoe we nu niet meer terugkijken op de jonge Proust, maar in het heden van de oude Proust. De jonge Marcel is in feite de fictie geworden. Het Ro theater heeft iets heel bijzonders neergezet, een nieuwe standaard, een nieuwe vorm van theater.

Jeroen gezien 30/09/2005

Op zoek naar de verloren tijd:

Dit is een theaterervaring geweest die ik nog lang zal herinneren. Niet alleen door de lengte, de prachtige beelden, muziek en spel. Maar ook doordat ik na het laatste deel besefte dat het niet goed is om alleen in de geschiedenis te leven. Dat je niet bang moet zijn voor het heden en de toekomst. En dat is voor het eerst dat ik, zonder dat de voorstelling iets van een moraal oplegt, er een moraal voor mezelf uit een voorstelling heb weten te halen.

Proust 1: De kant van Swann

Ondanks dat de teksten, en het daarbij horende verhaal, bij mij vaak het ene oor in en gelijk het andere weer uit gingen, heeft de voorstelling me toch weten te boeien. Ik werd meteen opgezogen door het prachtige blauwe licht. De zin: “Wat mist bij de eerste keer dat we iets horen, is niet het begrip, maar de herinnering”, is meteen van toepassing op de zin. Juist de herhaling van deze zin in de voorstelling zorgt ervoor dat je het gaat onthouden en dat de rest van de gesproken tekst weer vergeet. In de strijd tussen gesproken tekst, geprojecteerde tekst en de videobeelden, winnen de videobeelden het voor mij. Prachtig hoe de neventekst en het niet spelen van de daarin genoemde handeling erg tot de verbeelding kan werken.
De voorstelling komt als een droom voorbij, zoals het ook bedoelt was. Extra lof voor de kostuums en de live muziek, dat klonk alsof het op een bandje stond (compliment).

Proust 2: De kant van Albertine

Vergeleken met Proust 1 een futuristische setting. Dit is een stijlsprong, maar door het doorgaande goede spel is deze sprong nog te respecteren. Het cynisch/sarcastische en zeer wispelturige taalgebruik wordt mede door het goede spel erg prettig om naar de kijken en te luisteren. Pas op het laatste moment, de briefwisseling tussen Marcel en Albertine, krijgt de voorstelling me te pakken. In het programmaboekje staat dat de Proust-voorstellingen ieder apart te zien zijn, maar er zitten erg veel verbanden met het eerste deel in, wat erg fijn is, aangezien het over herinnering gaat. De vormgeving en met name het licht is steeds weer verrassend in dit deel en werd voor mij het belangrijkste in deze voorstelling.

Proust 3: De kant van Charlus

Tsja, niet goed gekeken op het kaartje en dan kom je een uur te laat. Dus ik heb het deel voor de pauze gemist. Het deel na de pauze heb ik dan ook alleen een beetje sfeer zitten proeven. De videoprojecties waren nu ook geënsceneerd, wat een pluspunt is, want hierdoor krijgt het, door de verdubbeling nog meer betekenis en roept het meer beelden op. Ik wist nog geen eens dat het mogelijk was zo groot te projecteren. De draaiende kroonluchters waren mooi en halicunerend, maar ik miste de reden van die dingen, door het missen van de eerste helft. Ook was de impact van de oorlogsfeiten hierdoor minder. Het jongenskoor klonk echt geweldig, waarom ben ik nooit op zo’n koor gegaan? En hoe kun je zo’n mooi kostuum maken van isolatiepapier?

Proust 4: De kant van Marcel

Na afloop van dit vierde en laatste deel kreeg ik een soort heimwee, omdat ik deze mooie voorstellingen nooit meer zou kunnen zien. Waarmee ik meteen in dezelfde stemming schoot als Marcel in deze voorstelling. Hij leeft alleen nog in de geschiedenis, de herinnering, ‘Op zoek naar de verloren tijd’. De nare sfeer die ontstaat door de slechte manier waarop Marcel zijn dienstmeid behandeld wordt goedgepraat door de dienstmeid Celeste zelf in de live geënsceneerde documentaire waarin ze terugkijkt naar de tijd dat ze Proust diende. Ik vond de projecties dit keer niet zo gesmeerd lopen als in de andere voorstelling, toch werkten de beelden nog associatiever. Het aftellen van de jaren werkt soms beklemmend, maar ook vaak lachwekkend en heel erg associatief. En we eindigen met de geboorte en dood van Proust.

Pinguin gezien 05/06/2005

Even dacht ik “een Proust te ver”, heel even maar want in dit vierde en laatste luik van Guy Cassiers’ Proust-cyclus wint het esthetisch genot dat je via tekst, vertolking en beeld weer toefladdert het terug met brio van het trage, monotone, en dus slaapwekkende van de literaire tekst. Alhoewel… voor de eerste keer wordt ook een directe, wat volkse taal gehanteerd, namelijk in de rol van de huishoudster, perfect vertolkt door zowel Marlies Heuer als Fania Sorel. Om het nog over de acteurs te hebben: Paul R. Kooij is deze keer wel heel goed op dreef als de oude Proust, hij krijgt er ook alle kansen voor.
Deze evocatie van de laatste tien levensjaren van een levensmoeie Proust, die enkel nog leeft voor zijn levenswerk “a la récherche du temps perdu”, is een waardige afsluiter van de prachtige theatercyclus, die qua prestigieus opzet enkel zijn gelijke kent in Ten Oorlog van Toneelhuis.
Dit laatste luik is opvallend sober uitgewerkt. Uiteraard komen alle elementen van de cyclus aan bod : de literaire, gedeclameerde tekst, dezelfde vertolkers, de steeds weerkerende verdubbeling, de videobeelden, …. maar hier is nauwelijks gezocht naar effecten. En de effecten die er zijn, zoals de tijdslijn die vanaf vandaag terugloopt tot de geboorte van Proust, zijn uiterst sober maar prominent aanwezig..
Het geluidsontwerp van Diederik De Cock verdient een speciale vermelding, illustratief, prominent maar nooit opdringerig.
Door zijn soberheid illustreert deze voorstelling perfect de laatste levensfase van de in zichzelf teruggetrokken hoofdrolspeler Proust. Wanneer de huishoudster haar laatste monoloogje, waaruit blijkt dat de voorstelling eigenlijk een flashback van haar is, besluit met een simpel “dat is’t” is dit niet alleen een kernachtig punt achter één voorstelling maar achter de ganse cyclus. Een cyclus waarvan de som meer is dan de delen. Het voor Vlaanderen enorm lange applaus leek mij dan ook een applaus voor de ganse cyclus.
“Proust” van Guy Cassiers, hét theaterevenement van het begin van de 21ste eeuw. Niet toevallig gaat het over een figuur uit het begin van de vorige eeuw.

Iwein gezien 27/05/2005