Kuno Bakker (Dood Paard) en Jorn Heijdenrijk (Discordia) vormen een heerlijk theaterduo. Dat is voor mij na twee voorstellingen wel duidelijk. Deze keer krijgen we zelfs nog meer slapstick te zien dan in Mannetje met de lange lul, hun eerste samenwerking. Zonder dat dat ten koste gaat van de intelligentie van de voorstelling overigens.
De clowneske bewegingen van Bakker en vooral Heijdenrijk doen me af en toe denken aan theaterclowns als Carlo en Alberto Colombaioni. Bij de schitterend uitgevoerde ‘eerste podiumlanding’ in Plenty Coups komen flarden herinneringen boven aan het theater van maanlander Neil Armstrong. En bij de ‘zoektocht naar het licht’ schieten beelden uit de queeste in de film La Guerre du Feu aan me voorbij. Veel hangt in het eerste deel van Plenty Coups natuurlijk af van timing. Maar dat doen Bakker en Heijdenrijk perfect.
Als na zo’n vijfenveertig minuten alles wat ze op de vloer willen hebben ook daadwerkelijk op de vloer ligt, komen de jongensfantasieĆ«n los. Eerst een uitgebreid relaas over indianen die vijandige indianen bevechten, dan sappige herinneringen aan een willig meisje in een hotel. Dat tweede verhaal begint een beetje ranzig. Maar gelukkig blijkt ook dat op den duur toch ook gewoon een indianenverhaal te zijn.
Ze zijn heel goed, Jorn en Kuno samen. Na twee voorstellingen ben ik al fan.